Artikel
27 mei '15
27 mei '15
4 min

Bovib ziet weinig vooruitgang in plan Wiebes voor vervanging VAR

Op 20 april kwam staatssecretaris Wiebes van Financiën met een nieuw plan voor de opvolging van de Verklaring arbeidsrelatie (VAR). Het plan geeft opdrachtgevers een aanzienlijk grotere rol en verantwoordelijkheid. Hierop reageert Rob de Laat, voorzitter van de branche-organisatie voor intermediairs en brokers Bovib. Hij bepleit ‘strenge regelgeving waar het moet, vrijheid waar het kan’.

“Natuurlijk is het mooi dat er meer duidelijkheid ontstaat rondom de inzet van zzp’ers, al dan niet via intermediairs”, aldus De Laat. Zijn eerste indruk is echter dat het niet zoveel vooruitgang betekent ten opzichte van de eerder voorgestelde Beschikking geen loonheffing (BGL).

Vermoeden arbeidsovereenkomst

Volgens De Laat blijkt uit de brief die staatssecretaris Wiebes aan de Kamer stuurde over een vervolg op de VAR, dat wantrouwen nog steeds het uitgangspunt is. “Wantrouwen dat opdrachtgever en opdrachtnemer er misbruik van maken dat de opdrachtnemer feitelijk een nep-ondernemer zou zijn. Dit blijkt ook uit de genoemde toetsingscriteria. Het gaat er nog steeds om dat men probeert te bepalen of er een vermoeden is van een arbeidsovereenkomst”, aldus de Bovib-voorzitter. “De opzet van Wiebes heeft vooral nog steeds tot doel om de opdrachtgever mede verantwoordelijk te maken voor de toets op het hierboven genoemde vermoeden”, stelt De Laat.

Toetsingscriteria

Toetsingscriteria zijn bijvoorbeeld ‘werken onder leiding en toezicht’, ‘geven van aanwijzingen’ en ‘niet mogen laten vervangen’. De Laat: “Deze criteria zeggen misschien iets over ondernemerschap, maar niets over zelfstandigheid. De basis voor de keuze van een zzp’er om op die wijze te gaan werken ligt bij zelfstandigheid, niet bij ondernemerschap. In onze ogen wordt hierdoor het punt gemist waar het echt om gaat. Een zzp’er is geen werknemer, maar veelal ook geen ondernemer. De zzp’er is vooral zelfstandig. Hij of zij werkt voor eigen rekening en risico, soms voor verschillende opdrachtgevers, maar ook vaak langdurig voor dezelfde opdrachtgever. Op deze wijze werken honderdduizenden zzp’ers bij grote en kleine inleners.”

VAR

De VAR nam volgens De Laat in ieder geval het risico weg voor opdrachtgevers dat zij fiscaal als werkgever zouden worden beschouwd. “Daardoor konden zzp’ers worden ingezet. Ondanks dat een VAR wettelijk gezien niet nodig is, willen veel opdrachtgevers het risico op naheffing volledig uitsluiten en zetten zij geen zzp’ers in zonder VAR-wuo (winst uit onderneming) of VAR-dga (directeur-grootaandeelhouder).”

Risico beperken

De Laat vervolgt: “Van de Wet werk en zekerheid zou men geleerd moeten hebben dat meer risico voor werkgevers of opdrachtgevers vooral leidt tot beperking van dat risico door het gebruik van categorieën af te bouwen. Hoe dan ook zal verandering leiden tot onzekerheid. En onzekerheid rondom zzp’ers zal vooral betekenen dat deze flexvorm relatief minder zal worden gebruikt.”

Modelcontracten

De bedoeling van Wiebes is dat de belastingdienst gaat werken met voorbeeldovereenkomsten per sector, die op de website van de belastingdienst komen. Zzp’ers en opdrachtgevers kunnen die gebruiken en invullen. Het gebruik van dergelijke modelcontracten voor de inhuur van zzp’ers ziet Bovib als positief. “Dit biedt de kans om de sector verder te professionaliseren. Een modelcontract brengt ook balans in de relatie tussen opdrachtgever, intermediair en zzp’er. Graag gaan wij hierin nog een stap verder en zouden we graag komen tot een standaardovereenkomst van opdracht, die goedgekeurd is door de Belastingdienst en die door de gehele sector wordt gehanteerd. Dat is vergelijkbaar met de zogenaamde ROZ-huurovereenkomst, waarbij de opdrachtgever moet aangeven welke wijzigingen hij ten opzichte van de standaardovereenkomst heeft aangebracht. Bovib streeft ook naar een keurmerk en bijbehorende certificering voor de sector.”

Tegengaan onderbetaling

Bovib begrijpt de wens om uitbuiting, onderbetaling en schijnconstructies tegen te gaan. Dit betreft volgens De Laat echter een klein deel van de markt en gaat met name over de laagstbetaalden in de schoonmaakbranche, de bouw en de onderkant van de logistieke sector. “Het is goed om hier scherp op te zijn. Neem een bepaald minimumtarief als uitgangspunt. Denk bijvoorbeeld aan een door de zzp’er in rekening te brengen tarief van 20 euro, zonder verplichte kosten aan huisvesting of iets dergelijks. Dit komt overeen met ruim een bruto minimum uurloon vermenigvuldigd met factor 2 voor afdracht sociale lasten, ziektekosten, vakantiedagen en pensioenopbouw. Uitzendbureaus lukt dit al voor factor 1,75, dus hier moet voldoende ruimte inzitten. Hierboven zou iedereen voor zich moeten weten of hij of zij als zelfstandige een opdracht aanneemt.”

“Strenge regelgeving waar het moet, vrijheid waar het kan”, benadrukt De Laat. “Dat zou Wiebes toch moeten aanspreken.”

Bron: ZiPconomy