De eerste helft van 2020 was raar. Alles was anders dan wat ik gewend was. Persoonlijke en professionele plannen gingen als gevolg van de coronacrisis de ijskast in. Normaal gesproken hangt je leven aan elkaar van routines en gewoontes. Nu werden we, tegen onze eigen wil, collectief uit ons normale gangetje getrokken.
Natuurlijk heeft ons dat gelukkig ook veel moois geleerd en gebracht. Maar het heeft mij, en ik denk vele anderen ook, veel energie gekost om persoonlijk en professioneel chocola te maken van deze nieuwe werkelijkheid.
Daarom keek ik dit jaar extra uit naar mijn zomervakantie. We zouden eigenlijk naar Engeland gaan, maar het werd Zeeland. Zeker geen straf, want wat is de Zeeuwse kust toch een geweldige vakantiebestemming. Vaak zonnig weer met een verkoelend windje erbij, prachtige stranden, heerlijk eten en gezellige dorpjes om te bezoeken. Na een half jaar vol zorgen lekker zorgeloos vakantie vieren met het gezin: ik heb er met volle teugen van genoten!
Af en toe was het wat behelpen met de 1,5 meter, maar over het algemeen hadden de Zeeuwse ondernemers het hartstikke goed voor elkaar. Overal provisorische looproutes op de grond geplakt, duidelijke aanwijzingen in de horeca en meer dan genoeg ruimte op het strand. De toeristen leken extra blij om er eens lekker uit te zijn, de mensen die aan het werk waren leken werkgelukkiger dan normaal, omdat ze de schade van de eerste helft van 2020 een beetje konden inhalen. Iedereen happy dus!
Maar één ding was ik gedurende de eerste week van mijn vakantie niet. Iets wat voor mij wel bij vakantie hoort. Ik was niet zorgeloos. Deze zomer vond gevoelsmatig plaats met een zwaard van Damocles boven ons collectieve hoofd. Ik genoot van de vrijheid die we hadden om vakantie te kunnen vieren, maar de mondkapjes, 1,5-meter borden en coronacoaches waren overal zichtbaar.
“Corona was als de veelbesproken ‘muien’ in zee.”
Ik betrapte mezelf erop vrijwel iedere dag de cijfers van het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames te checken. En gesprekken en stille gedachten leken toch vaak weer te leiden naar corona. Corona was als de veelbesproken ‘muien’ in zee; vaak onzichtbaar, maar voelbaar aanwezig, krachtig en erg moeilijk om echt aan te ontsnappen. Want wat staat ons te wachten als we het snotterseizoen weer ingaan? Pakken de wolken zich straks weer samen boven ons hoofd, als de zomerzon aan kracht verliest? Krijgen we te maken met een tweede golf? En zo ja, hoe gaan we daar dan in deze tweede helft van 2020 mee om?
Terwijl ik halverwege de tweede week van mijn vakantie op het strand zat in de avondzon, met een pannetje mosselen en een Corona-biertje erbij, heb ik me echter het volgende voorgenomen. Al dat gepieker en ‘zorgen maken over’ daar wordt niemand beter van. Tegen de muistroming van corona inzwemmen heeft namelijk geen nut. Je wordt er hartstikke moe van en je hebt er, zoals de beroemde filosoof Gerard Joling altijd gierde, gewoonweg ‘de kracht niet meer voor!’ Ik ga me dan ook geen zorgen maken over dat spreekwoordelijke zwaard van Damocles genaamd ‘de tweede coronagolf’, maar ik ga ervoor zorgen dat ik net als de surfers voor de Zeeuwse kust, die tweede golf ga pakken. Zorgeloos; dat zal de tweede helft van 2020 niet zijn. Maar in plaats van persoonlijke en professionele doemdenkerij, kies ik voor ‘doendenkerij’!
Deze column is gepubliceerd in het magazine Trends in HR, uitgave september 2020.