Artikel
15 jun '10
15 juni '10
4 min

Dagdromen

Doe uw ogen eens dicht en laat uw fantasie de vrije loop: u loopt morgenochtend het terrein van uw werkplek op en mensen juichen u toe. Liedjes worden ter ere van u gezongen en voordat u bij de ingang bent gearriveerd heeft u al een dozijn handtekeningen gezet op verschillende lichaamsdelen. U heeft een paar dikke zoenen gehad en u staat in stralende poses op de foto met een aantal fans. Gesterkt door zoveel positieve energie opent u met de borst vooruit en opgeheven kin de deuren van het gebouw waarin u werkzaam bent.

Uw collega’s snellen richting u, geïnspireerd door uw stralende aanwezigheid en overweldigende capaciteiten, met een vers kopje koffie en nemen uw jas aan. Vervolgens wordt u begeleid naar uw werkplek, die voorzien is van alle gemakken die u zich maar kunt wensen. Vanzelfsprekend wordt deze, met confetti bezaaide en feestelijk versierde, weg naar uw werkplek voorzien van schouderklopjes links en rechts. U ontvangt gracieus de lovende woorden over uw onmisbare bijdrage aan uw organisatie en de klanten waarvoor uw organisatie werkzaam is. En op het einde van uw ‘werkdag’ komt uw werkgever u persoonlijk bedanken voor uw inzet met een riante vergoeding waar een gemiddelde Nederlander een heel jaar voor mag werken. Waardering alom!

Bent u er nog? Bang dat dit een utopie is? Nee hoor, het WK is weer begonnen! Voor de spelers van  Oranje is bovenstaande geen droom, maar de realiteit. Als voetballer een land vol mensen massaal laten zingen, springen en hossen van geluk: hoeveel waardering kun je krijgen? Het lijkt me dan ook niet meer dan logisch dat voetballers die zo veel vreugde brengen er ook nog eens vorstelijk voor worden betaald. Toegegeven, als het niet goed gaat, dan krijg je het natuurlijk wel zwaar te verduren. Maar toch, gelukkiger kun je in je werkzame leven niet meer worden, zou je zeggen. Waarom lijkt dit in de praktijk dan vaak niet zo ervaren te worden? Waarom zien we ook in de voetballerij zo vaak ontevreden en ‘ondergewaardeerde’ medewerkers?

Een objectieve waardering van menselijk functioneren is onmogelijk. Je kunt je als werkgever nog zo ‘verschuilen’ achter zakelijke ‘semi-objectieve’ functiebeschrijvingen, -systemen en –waarderingen, er komt een moment dat je met de billen bloot moet. Een moment waarop je aan de mens achter de functie moet uitleggen waarom hij in uw ogen en die van uw organisatie niet meer waarde heeft dan hetgeen hij ontvangt. En aangezien hij daar waarschijnlijk anders over denkt, zijn dit niet de meest motiverende gesprekken. Het wordt namelijk altijd persoonlijk als aan menselijk presteren een (geldelijke) waarde wordt gehecht. Het is de normaalste zaak van de wereld, maar het blijft wringen. Het woord ‘waardering’ heeft bij mensen een sterke gevoelswaarde. Het is een woord met emotionele lading. Juist dit gegeven staat haaks op de bijna klinische doelstellingen van financiële ordening van ieder functiewaarderingstraject. Zou dit wellicht een reden kunnen zijn waarom functiewaarderingstrajecten meestal zoveel gedoe en frictie opleveren binnen organisaties? Misschien zou het helpen als we ophouden met functiewaarderingstrajecten en starten met functieordeningstrajecten. Toegegeven, het bekt niet echt lekker maar in het kader van het afstemmen van verwachtingen schept het wel duidelijkheid: je bepaalt en ordent de waarde van functies, maar mensen waardeer je.

Dus, spelers van het Nederlands Elftal, ik stel de volgende deal voor. Als mijn blijk van waardering beloof ik plechtig jullie zo luid en eerlijk mogelijk aan te moedigen, vanzelfsprekend raar uitgedost in een oranje kostuum. Betalen jullie ons dan uit met een kampioenschap?

drs. Jeroen Driessen
jeroen.driessen@driessen.nl
directeur

Deze column is onderdeel van Driessen PERSoonlijk. Download op deze pagina de laatste editie.

Jeroen Driessen
Chief Executive Officer (CEO) Driessen Groep