Hoe zit het ook alweer met talentmanagement? Welke ontwikkelingen zie je in motivatietheorieën? Wat is duurzaam HRM? De antwoorden op deze en andere vragen staan in de Canon van HRM. Een must-have om in de kast te hebben staan, waarin de belangrijkste theorieën en concepten over personeelsmanagement en de inrichting van werk zijn verzameld.
Waarom bestaat er eigenlijk geen canon van Human Resource Management, vroeg Willem de Lange zich zo’n drie jaar geleden af. “Die bestond toen nog niet, dus waarom zou ik het niet doen?”, aldus Willem de Lange, voormalig hoogleraar HRM en ex-hoofdredacteur van het Tijdschrift voor HRM. Tegelijkertijd realiseerde hij zich dat je een canon niet van de een op de andere dag schrijft en hij het niet alleen wilde doen. Met vakgenoten Beatrice van der Heijden, hoogleraar aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en Peggy De Prins van de Antwerp Management School begon hij aan dit naslagwerk voor iedereen die zich bezighoudt met HRM: van professionals, wetenschappers tot studenten. Dit resulteerde in een omvangrijk boekwerk met bijdragen van meer dan 60 auteurs aan de 50 hoofdstukken die het boek telt.
De canon is gebaseerd op het vraagstuk ‘waar komt het HRM-gedachtegoed vandaan?’. Welke concepten en theorieën liggen eraan ten grondslag? Willem: “Wij zijn teruggegaan tot eind jaren vijftig. In de loop der tijd zijn er nieuwe theorieën bijgekomen die hebben bijgedragen aan het huidige denken. Er blijven ook nieuwe theorieën komen. De kaft van het boek symboliseert stroming en dat het vakgebied zich blijft vernieuwen.”
“Het was voor mijzelf heel leerzaam en leuk om over pakweg 60 jaar HRM heen te kijken. Om de ontwikkelingen in het vakgebied te zien en de trends die duidelijk zichtbaar werden. Je ziet bijvoorbeeld dat de Verenigde Staten altijd heel dominant zijn geweest. Pas in de jaren ‘80 vindt de verschuiving plaats waarbij langzaam maar zeker Europa belangrijker wordt in de theorievorming. Je ziet ook dat de wetenschap een mannenbolwerk is, wat zich uit in de theorievorming over HRM. Pas eind jaren ‘80 gaan vrouwen een woordje meespreken en zij worden daarna steeds belangrijker. Wat daarnaast denk ik inherent is aan het vakgebied, is de verwevenheid tussen theorie en praktijk. Wetenschappers combineerden wetenschap met praktijk, voornamelijk in een rol als consultant, naast hun wetenschappelijke werk. Interessant om te zien is dat dit afneemt vanaf 2000. De verbinding met de praktijk blijft, maar minder in de vorm van consultancy.
In 1984 heeft de term Human Resource Management definitief ingang gevonden en zich heel snel verspreid. In Europa, maar ook in Nederland, is de term binnen de kortste keren geaccepteerd geraakt. Daarvoor werd gesproken over personeelszaken, personeelswerk of personeelsadministratie. “Vanaf dat moment is HRM meer strategisch van aard geworden. In 1984 begon het ook niet met nul, maar werden allerlei ideeën geïntegreerd van theorieën die daarvóór al ontwikkeld waren. Denk aan de klassieke theorie X en Y van McGregor en de Human Capital Theory van Becker. Allerlei bekende theorieën vonden hun plekje in het HRM-denken”, aldus Willem.
“Het hoofdstuk over de beroemde modellen van Ulrich laat zien welke accentverschuivingen er binnen het HR denken hebben plaatsgevonden. Het gaat daarbij met name over de rol van HRM. 1984 vormt een soort kantelpunt. De maatschappelijke ontwikkelingen zijn daarbij van grote invloed geweest. In de jaren ’80 zaten we nog volop in de nasleep van een zware economische crisis. Dan zie je ook een accentverschuiving in het personeelsmanagement van psychologie naar economie. Je ziet steeds meer economen op functies binnen HR terechtkomen. Dat geldt ook voor de theorie. De oudste theorieën gaan vooral over motivatie, later volgen theorieën met een meer economische lading. Denk aan de transactiekostenbenadering van Williamson, de Balanced Scorecard en HR Analytics. Dan krijg je hele andere accenten van waaruit het HR-denken zich ontwikkelt.”
“In de jaren ’60 waren de thema’s vrij eenzijdig. De laatste decennia is het vakgebied steeds rijker geworden. Je krijgt nieuwe modellen, zoals dat van Paauwe, waarbij je meer kijkt naar arbeidsverhoudingen, de institutionele context. Een vrij recent thema dat de laatste 10 jaar in opkomst is, is duurzaam HR. Dit is invulling geven aan HRM vanuit de principes van People, Planet, Profit. En dan met name het People stuk. Elke organisatie moet bijdragen aan duurzaamheid. Daarbinnen ligt een hele specifieke rol voor HRM. Hoe ga je op een duurzame manier om met je medewerkers? Het gaat veel meer om de bredere context richting duurzaam ondernemen. In die zin zijn theorieën ’signs of a time’. Ze weerspiegelen de tijd waarin ze tot stand komen.”
Heb je behoefte aan verdieping op uiteenlopende HRM-vraagstukken? Dan mag de Canon van HRM in jouw kast niet ontbreken.
Dit artikel is gepubliceerd in het magazine van Driessen Groep, thema TRENDS, december 2019.