De Tweede Kamer evalueerde op dinsdag 29 januari de Wet werk en zekerheid (Wwz) op basis van het halfjaarlijkse rapport van minister Koolmees. Met de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) is het nu (ook) voor overheidswerkgevers verstandig om van deze ontwikkelingen op de hoogte te zijn.
Het halfjaarlijkse rapport gaat in op drie onderwerpen: flexibele arbeid, het ontslagrecht en de Werkloosheidswet (WW).
Het aantal werknemers met zowel flexibele als vaste contracten groeit (zie ook deze grafiek). De hoeveelheid vaste contracten steeg het snelste in vergelijking met het half jaar ervoor. De structureel dalende trend van het aandeel vaste contracten in de afgelopen twee decennia is daarmee echter nog niet gekeerd.
Het aantal cao’s waarin afspraken over de ketenbepaling zijn aangetroffen, is toegenomen van 73 in 2017 naar 75 in 2018. In ruim de helft van de onderzochte cao’s in 2018 (55 van de 99) wordt de wettelijke ketenbepaling gevolgd. Dat aantal is ongewijzigd ten opzichte van 2017. Het aantal cao’s waarin gekozen is om gebruik te maken van de ruimte tot afwijking van de ketenbepaling die de Wwz biedt voor bepaalde groepen of situaties (denk aan: seizoensarbeid, bestuursfuncties etc.) vertoont een lichte stijging ten opzichte van 2017. Zo geldt in de huidige CAR/UWO dat de ketenbepalingen niet van toepassing is op aanstellingen in verband met een beroepsbegeleidende leerweg (BBL).
Middels een steekproef onderzocht het ministerie in hoeveel cao’s gebruik is gemaakt van de ruimte die de wet op het terrein van het ontslagrecht en de transitievergoeding biedt om maatwerkafspraken rondom dit onderwerp te maken. Met de Wnra in het vooruitzicht hebben de VNG en de vakbonden afgesproken om van deze mogelijkheid gebruik te maken en een tijdelijke ontslagcommissie in te stellen. De VNG en de vakbonden stellen een landelijke ontslagcommissie in, maar geven gemeenten ook de vrijheid om een eigen ontslagcommissie in te stellen.
Ten opzichte van 2017 is onveranderd dat in drie van de onderzochte cao’s (van toepassing op 2% van de werknemers) een commissie is ingesteld. Voor volgers van de Cao Gemeenten zal dit na 2020 dus ook zo zijn.
Acht van de onderzochte cao’s kennen een gelijkwaardige voorziening die in de plaats komt van de transitievergoeding. Het is nog de vraag of en hoe we dit in de Cao Gemeenten gaan terugzien. Bij boventalligheid en ontslag bij disfunctioneren kent de CAR/UWO nu een re-integratieperiode. Het Burgerlijk Wetboek kent de transitievergoeding: een ontslagvergoeding gebaseerd op inkomen en arbeidsverleden. Tot de datum van inwerkingtreding van de Wnra geldt het Burgerlijk Wetboek niet voor ambtenaren, en dus ook de transitievergoeding niet. Op het moment dat de Wnra in werking treedt, ontstaat bij ontslag wel recht op een transitievergoeding. De VNG en de vakbonden hebben de intentie om ervoor te zorgen dat er niet een stapeling ontstaat van de van-werk-naar-werk afspraak en de transitievergoeding. Een gezamenlijke werkgroep geeft hierover uiterlijk 1 maart 2019 advies.
In 83 van de 99 cao’s zijn afspraken gemaakt over reparatie van het derde WW-jaar (56 concreet, 27 proces). In 20 cao’s staat reparatie via een bovenwettelijke WW-regeling, zo ook bij de Cao Gemeenten (zie hiervoor Bijlage 6B van de Cao Gemeenten). Dit wijzigt niet door de Wnra.
Wat betreft de WW zijn de gevraagde aanpassingen, zoals het Dagloonbesluit, de Tijdelijke regeling en de conversie van de oude WW-uitkeringen naar de nieuwe Wwz-systematiek door het UWV uitgevoerd.
Flexibele arbeid, ontslagrecht en WW zijn onderwerpen waar u als overheidswerkgever nu ook al mee te maken heeft. Met de invoering van de Wnra gaat het er net iets anders uit zien, vooral in de procedure. Het is daarom verstandig om van ontwikkelingen op de hoogte te blijven.
Bron: Rijksoverheid, 23 januari 2019