Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in samenspraak met de gemeenten Utrecht, Groningen, Tilburg en Wageningen de contouren opgesteld voor experimenten waarbij gemeenten gedurende twee jaar de mogelijkheid krijgen om op een andere manier om te gaan met de uitvoering van bijstandsregels.
Deze contouren vormen de basis van het ontwerpbesluit Experimenten Participatiewet, die onlangs door Klijnsma is aangeboden aan de Tweede Kamer.
De aanleiding van dit besluit is de wens van enkele gemeenten om te experimenteren met de Participatiewet. Deze gemeenten willen graag experimenteren met o.a. minder verplichtingen voor bijstandsgerechtigden. Hiermee willen de gemeenten onderzoek doen naar een effectievere en efficiëntere uitvoering van de Participatiewet vanuit het perspectief van meer vertrouwen, meer ruimte voor eigen verantwoordelijkheid en een prikkel om inkomsten te verwerven.
De vier eerder genoemde gemeenten starten in eerste instantie met de experimenten. Het ontwerpbesluit staat open voor alle geïnteresseerde gemeenten, met de aantekening dat er maximaal 25 gemeenten deel kunnen nemen. Universiteiten begeleiden de experimenten en doen onderzoek naar de effecten.
De vraag wat in de praktijk het beste werkt om te bevorderen dat mensen via werk weer onafhankelijk worden van de bijstand, staat hier centraal. Doel van het ontwerpbesluit om experimenten mogelijk te maken is om deelnemende gemeenten de mogelijkheid te bieden in de praktijk te onderzoeken hoe de Participatiewet op het punt van begeleiding naar werk effectiever kan worden uitgevoerd.
Met dit ontwerpbesluit komt de staatssecretaris tegemoet aan de wens van gemeenten om in de praktijk kennis op te doen over wat wel werkt en wat niet in de Participatiewet.
Er doen meerdere onderzoeksgroepen mee aan het experiment. Binnen die groepen wordt gevarieerd met de intensiteit van verplichtingen; van een groep deelnemers die minder verplichtingen wordt opgelegd tot een groep waarin bijstandsgerechtigden juist intensiever worden begeleid. Ook wordt gekeken naar financiële prikkels die de uitstroom vanuit de bijstand naar werk bevorderen. Daarom mogen deelnemers in één van de onderzoeksgroepen een beperkt bedrag van hun inkomsten uit werk gedurende het experiment houden, zonder dat dit direct met hun uitkering wordt verrekend. Deelnemers binnen de verschillende groepen doen op vrijwillige basis mee met het experiment. Zij geven schriftelijk toestemming bij deelname.
Inclusief voorbereiding en evaluatie wordt voor het onderzoek drie jaar uitgetrokken. Het experiment zelf duurt twee jaar. Die tijd is volgens wetenschappers minimaal nodig om inzicht te krijgen in de effecten. De bedoeling is dat het experiment per 1 januari 2017 van start gaat.
De VNG heeft in een reactie op het ontwerpbesluit Experimenten Participatiewet aangegeven dat gemeenten graag verder willen met hun plannen en dit ontwerpbesluit zien als een belangrijke stap in dit traject. Zij zien het ontwerpbesluit als een kader dat het mogelijk maakt een wetenschappelijk en inhoudelijk relevant experiment vorm te geven. Dit is voor de deelnemende gemeenten aan het experiment van belang. Zij zijn dan ook bereid om in gezamenlijkheid met het ministerie te onderzoeken wat de omvang is van de extra onderzoekskosten die gepaard gaan met het ontwerpbesluit en hoe deze worden gefinancierd.
Bron: VNG, Rijksoverheid