Twintigers kiezen op latere leeftijd voor zekerheid dan de twintigers van tien jaar geleden. De minst gesettelde groep twintigers was in 2014 meer dan twee keer zo groot als de meest gesettelde groep. Tien jaar geleden waren beide groepen bijna even groot. Zo blijkt uit een publicatie over twintigers van het CBS.
De huidige twintigers hebben minder vastigheid in hun leven dan deze leeftijdsgroep tien jaar geleden had. Deze ‘flexgeneratie’ volgt langer onderwijs, heeft op latere leeftijd een vaste baan en begint later aan een vaste relatie. Deze veranderingen hebben allemaal met elkaar te maken. Een minder gunstige arbeidsmarkt zorgt er mogelijk voor dat jongeren besluiten om langer te studeren. Verder is er tegenwoordig een grotere kans dat een carrière begint met een flexibele baan, wat kan leiden tot uitstel van samenwonen of trouwen.
Het ‘ultieme settelen’: het kopen van een huis en het krijgen van kinderen, lijkt meer weggelegd voor dertigers dan twintigers. Op 1 januari 2013 woonde 47 procent van de 29-jarigen in een koophuis en had een derde één of meer kinderen. Over het algemeen settelen vrouwen eerder dan mannen, die vaak een paar jaar ouder zijn dan hun partner. Dit veranderde de afgelopen tien jaar niet.
Met name een kleiner deel van de laag- en middelbaaropgeleide twintigers heeft nu een vaste relatie. Een groter percentage woont alleen vergeleken met tien jaar geleden. Middelbaaropgeleiden wonen ook vaker nog in bij hun ouders. Verder hebben de huidige laagopgeleiden minder vaak al voor hun dertigste een kind dan de laagopgeleiden tien jaar geleden. De afgelopen tien jaar veranderde er minder wat het moment betreft waarop hoogopgeleiden een vaste relatie hebben, samenwonen en kinderen krijgen.
In hun relatiegedrag zijn niet-westerse allochtone twintigers meer gaan lijken op autochtone twintigers. Ze wonen nu minder vaak samen, meer alleen en veel vaker nog bij hun ouders. Deze verschuiving komt onder andere doordat niet-westers allochtone twintigers van nu vaker van de tweede generatie zijn.
Het bestaan van ‘Generatie Flex’ kenmerkt zich door de vele keuzes van twintigers waardoor hun leven verandert en richting hun 30ste steeds ‘vaster’ wordt. Grofweg zijn er zes groepen twintigers: van een groep die onderwijs volgt en geen relatie heeft tot een groep met vast werk en een vaste relatie. De meest flexibele groep is het grootst: een op de drie twintigers volgt nog onderwijs en heeft geen vaste relatie. Deze groep is ruim twee keer zo groot als de groep met de meeste vastigheid (14 procent). Tien jaar terug waren beide groepen met respectievelijk 26 en 22 procent nog ongeveer even groot.
Bron: CBS