Werknemers die werken in een kantoorpand met glas en beton op een flexwerkplek hebben het meeste last van geluid tijdens hun werk. Zo blijkt uit cijfers van het Center for Peoples and Buildings (CfPB), opgevraagd door NRC Q.
Op flexibele werkplekken zijn de medewerkers een stuk minder blij met het geluid in hun omgeving dan de werknemers in ‘cellenkantoren’. Dat zijn de ouderwetse kantoren met een gang waaraan medewerkers een eigen kamer hebben. Op deze kantoren is 46 procent van de ondervraagden tevreden over het geluid. Dit percentage is op flexwerkplekken tien procent lager. Wat de ontevredenheid betreft, verschillen de percentages nog meer.
Het CfPB onderzoekt al jaren samen met de TU Delft wat de beleving is van de werkomgeving in grote kantoorpanden in Nederland. Wim Pullen van het CfPB stelt dat de aandacht voor akoestiek bij bouw en inrichting van kantoren toeneemt. Dit leidt tot minder beton en glas en meer tussenwanden met goede afdichting, kastdeurpanelen met vilt of zogenaamde akoestische systeemplafonds.
CfPB wil niet zeggen wat het akoestisch ‘beste’ en ‘slechtste’ kantoor is dat zij hebben onderzocht. In beide gevallen gaat het om kantoren van de overheid met flexwerkplekken. “De aandacht voor akoestiek in de architectuur van de flexkantoren en de technische maatregelen die worden genomen, zijn dus echt terug te zien in de beoordeling van de werknemers”, aldus Pullen. Het bedrijf Peutz merkt nog niet dat dit meer werk betekent voor dit bedrijf dat gespecialiseerd is in akoestiek en geluidsbeheersing. “Lang niet altijd wordt een akoestisch adviseur ingeschakeld bij het ontwerpen van open flexibele kantoorwerkplekken”, zegt Margriet Lautenbach van Peutz.
Peutz ziet wel een verandering in het soort opdrachten. Het gaat steeds meer om open kantoorruimtes in plaats van kantoren met aparte kamers. Het bedrijf krijgt echter nog niet meer werk. Volgens Lautenbach komt dat misschien ook doordat het aantal nieuwbouwprojecten en verbouwingen van kantoren veel lager is dan een aantal jaren geleden.
Pullen van CfPB kan niet met zekerheid zeggen dat de waardering van geluid op kantoor alleen afhangt van akoestiek. “Mensen kunnen ook ontevreden zijn door onplezierig gedrag van collega’s, die bijvoorbeeld over voetbal zitten te praten.”
Bron: NRCQ
