Artikel
3 jul '18
3 juli '18
2 min

Gemeenten komen steeds moeilijker aan personeel

De krapte op de arbeidsmarkt heeft de gemeenten bereikt. Het aantal openstaande gemeentelijke vacatures groeit. Zo laat de Personeelsmonitor Gemeenten van het A+O fonds zien.

Op 31 december 2017 hadden de 388 Nederlandse gemeenten in totaal 160.180 mensen in dienst. De meeste gemeenten hadden te maken met een groei van het aantal medewerkers vergeleken met een jaar eerder. De toename hangt vooral samen met de opkomst van nieuwe taken en rollen bij de gemeenten, mede vanwege de decentralisatie. De meeste gemeenten denken dan ook dat de groei in 2018 aanhoudt.

Moeilijk vervulbare vacatures

Problematisch is dat het aantal openstaande vacatures nu al stijgt. Dit nam in 2017 toe van 3600 naar 4200. Hiervan was het percentage moeilijk vervulbare vacatures 11 procent. Dat was een jaar daarvoor nog 6,5 procent. Gemeenten hebben vooral moeite om geschikte medewerkers te vinden voor functies in de ICT en ruimtelijke ordening en op bouwkundig en financieel gebied.

Meer oudere en jongere gemeenteambtenaren

De gemeenteambtenaren hadden in 2017 een gemiddelde leeftijd van 48,3 jaar. Dat was hetzelfde als in 2015 en 2016. De samenstelling van het personeelsbestand bleef echter niet gelijk. Het aandeel medewerkers boven de 60 jaar steeg namelijk. Dit aandeel was 15,9 procent in 2017 tegen 15,3 procent in 2016 en 14,5 procent in 2015. Ook het aandeel medewerkers onder de 35 jaar nam toe. Het bedroeg 12,4 procent in 2017 tegen 11,3 procent in 2016. Daartegenover staat in 2017 een daling van het aandeel medewerkers tussen de 35 en 60 jaar.

Werving jongeren probleem

Het blijkt moeilijk te zijn voor gemeenten om jongere ambtenaren te werven. Voor 28 procent van de gemeenten is het aantrekken van jongeren problematisch. Daarbij stromen de jonge medewerkers ook snel weer uit. Het A+O fonds beveelt gemeenten in de Personeelsmonitor Gemeenten aan om meer te doen aan arbeidsmarktcommunicatie om toch nieuwe, vakbekwame medewerkers binnen te halen.

Bron: Binnenlandsbestuur.nl