Een aanpak voor ambtenaren aan het einde van hun carrière is steeds noodzakelijker voor gemeenten. Niet iedere zestiger wil of kan nog op volle kracht meedraaien. Vanwege het omhooggaan van de pensioenleeftijd en de huidige vergrijzing, zijn er steeds meer werknemers die hun loopbaan langzaam af willen bouwen tot hun AOW-leeftijd. De werkgever moet dit dan wel aanbieden.
Uit de meest recente cijfers van de Personeelsmonitor Gemeenten blijkt dat het lange en extra lange (meer dan een jaar) ziekteverzuim van gemeenteambtenaren stijgt. Een belangrijke reden is de toename van het aantal oudere ambtenaren. Het Generatiepact biedt ambtenaren de mogelijkheid om gemakkelijker hun pensioen te halen. Tenminste, als ze dat kunnen betalen. De opzet is vaak 60 procent werken, voor 80 procent van je salaris met 100 procent pensioenopbouw. Dat is voor de hogere schalen meestal wel haalbaar.
Chris Batist (65), plaatsvervangend Chief Information Officer bij de gemeente Den Haag, is zo’n ‘afbouwambtenaar’. Een stap terug was wennen voor hem na een loopbaan van 42 jaar bij de overheid. Hij had net als zijn generatiegenoten bovendien jarenlang gerekend op de bekende regeling om na 40 jaar dienstverband met pensioen te gaan. Batist: “Dat zou dus gebeuren als ik 62,5 zou worden, maar dat bleek heel anders uit te pakken. Niet alleen werd die regel afgeschaft, ook had ik de pech na 1950 te zijn geboren. Dus moet ik tot mijn 66e werken. Wel een verschil met de ruim 62 jaar die mij altijd was voorgespiegeld.”
Anderhalf jaar geleden kreeg Batist de mogelijkheid tot een stapje terug. Hij hoefde toen niet lang na te denken. “Er is méér dan werk in het leven”, aldus de Haagse ambtenaar. Hij wilde ook meer tijd aan thuis en aan zijn hobby’s besteden. Tegenwoordig werkt Chris nog drie dagen bij de gemeente. Zijn vrije dagen zijn ook behoorlijk gevuld. “Onze twee kleinzoons van vier en zeven jaar komen hier elke week en blijven dan ook overnachten en ik ben thuis aan het klussen”, vertelt hij glimlachend. Ook daarnaast is hij actief: “Ik zit in het bestuur van de plaatselijke tennisvereniging, in een studiegroep voor genealogie en ik zoek mijn familiestamboom uit.” Een grote wens van hem is om nog een boek te schrijven.
Naast het aantal uren is het werk van Batist inhoudelijk ook aangepast. Zijn huidige functie is niet meer operationeel, maar meer strategisch. Dat haalt wat druk van de ketel en hij heeft zo ook meer tijd om alvast werk over te dragen aan zijn jongere collega’s. Daarnaast coacht hij ze ook. “Dat zijn hele leuke taken van mijn huidige functie.”
Hoewel het Generatiepact succesvol is vindt de Haagse wethouder Rabin Baldewsingh dat het voor iedereen bereikbaar moet zijn en niet alleen voor ambtenaren vanaf schaal 8. “Het is vooral populair onder de ambtenaren in hogere functies. Mensen die in een lagere schaal zitten, maken er te weinig gebruik van. Het is voor hen minder aantrekkelijk omdat ze minder verdienen. Maar vaak hebben die mensen juist een fysiek zwaar beroep en zouden ze juist moeten afbouwen.” Baldewsingh zet zich daarom in voor een alternatief voor deze groep ambtenaren. Hij zit te denken aan een generatiepact in een andere vorm, een vitaliteitspact.
Toch is de Haagse wethouder uiterst enthousiast over de effecten van het Generatiepact in zijn gemeente. Den Haag hoorde tot de eerste gemeenten die de regeling toepaste. Inmiddels nemen er 500 Haagse gemeenteambtenaren aan deel. Het levert de gemeente blije zestigers en ook blije jongeren op. Baldewsingh vertelt trots dat de gemeente inmiddels zo’n 90 ambtenaren van onder de 35 jaar een fulltimebaan kon aanbieden. “En een bijverschijnsel is dat het ziekteverzuim onder de generatiepactdeelnemers behoorlijk is gedaald. Organisatiebreed is het ziekteverzuim gedaald van 5,5 naar 4,8 procent.”
Bron: Binnenlandsbestuur.nl