Eens per jaar op 1 maart is het Nationale Complimentendag. Dat is blijkbaar nodig. En eigenlijk snap ik wel waarom, want het geven van complimenten gaat voor veel mensen niet van nature. Terwijl het heel erg belangrijk is om complimenten te krijgen voor ons als ‘sociale dieren’. Het geeft ons het gevoel dat we gewaardeerd worden en zorgt voor verbinding tussen mensen. Een compliment draagt eraan bij dat we het hormoon dopamine aanmaken, waardoor we ons tijdelijk gelukkig voelen.
Een welgemeend compliment doet dus wonderen. Het helpt bovendien ook als positief tegengewicht ten opzichte van negatieve ervaringen. We weten vanuit vele onderzoeken dat negatieve emoties vaak meer en langere impact hebben op je gesteldheid en welbevinden. Dat maakt het dus extra belangrijk om ook voldoende aandacht te geven aan het bevorderen van positieve emoties, bijvoorbeeld door het geven van complimenten. En dat geldt voor je persoonlijke leven, maar zeker ook in je professionele leven.
Maar waarom geven we elkaar dan zo weinig complimenten? Voor mijzelf zit dat in twee belangrijke knelpunten.
Ten eerste vind ik het best lastig om een goed compliment te geven. Want wat is nou eigenlijk een goed compliment? Als je even googelt, dan kom je flink wat tips tegen over hoe je goede complimenten geeft. De rode draad die ik eruit heb gehaald, is dat een compliment betrekking heeft op iets wat je in de ander waardeert of bewondert, positief en concreet formuleert en bovenal oprecht uit het hart is.
Ten tweede vind ik het misschien nog wel lastiger om een compliment te ontvangen. Het is net als met cadeautjes geven; een groot deel van de pret zit in de reactie van de ontvanger. Het is toch hartstikke fijn als je ziet en voelt dat een cadeautje dat je geeft de ontvanger blij maakt? Met complimenten lijkt dat echter vaak niet het geval te zijn, zeker ook in de context van werk. Als iemand me een compliment geeft over iets wat ik goed heb gedaan, hoor ik mezelf vaak iets zeggen in de geest van ‘och ja, het hoort erbij he?’. Of ‘nou, ik maakte daar wel een foutje’. Of ‘maar jij bent ook erg goed hoor’. Of misschien nog wel de ergste; ik doe net of ik het compliment niet heb gehoord en begin over iets totaal anders. Niet alleen is dit helemaal niet leuk voor de gever van het compliment, maar in feite ontneem ik mezelf hiermee ook een natuurlijk en gezond shotje dopamine en werkgeluk. Eeuwig zonde, nietwaar?
Dus laten we de komende weken elkaar eens wat vaker een welgemeend compliment geven én met elkaar afspreken dat we de complimentjes in ontvangst nemen met een oprechte ‘dank je wel!’. Dan ben ik ervan overtuigd dat dit een flinke boost geeft in het werkgeluk van ons allemaal!