Volgens Kilian Wawoe is een goed gesprek tussen leidinggevende en medewerker het allerbelangrijkst voor het verminderen van stress. De parttime docent HRM aan de Vrije Universiteit Amsterdam is echter kritisch over generieke vitaliteitsprogramma’s.
Wawoe stelt dat een op de drie medewerkers gedemotiveerd uit een gesprek met zijn leidinggevende komt. Als zo’n gesprek goed zou verlopen en energie geeft, is dat volgens Wawoe wél goed voor de vitaliteit van de medewerker. Vitaliteit lijdt erg onder stress. Wawoe legt uit dat stress het verschil is tussen wat je wil en wat je kan. “Gedurende je loopbaan zoek je als medewerker naar de balans. Als je daar teveel overheen gaat, loop je de kans op een burn-out. Stress is niet erg, maar te veel en te lang stress wel.”
Cijfers vertellen volgens Wawoe niet het hele verhaal. Officieel heeft twaalf procent van het huisartsbezoek in Nederland te maken met stress. Wawoe vermoedt dat in feite meer dan de helft van de patiënten onder stress lijdt. Daarnaast heeft zestien procent van de werknemers burn-outverschijnselen. De bijbehorende herstelperiode is gemiddeld 242 dagen met 60.000 euro kosten voor de werkgever. Daarnaast wordt steeds duidelijker dat stress negatieve gevolgen heeft voor iemands gezondheid. Uit recent onderzoek bleek bijvoorbeeld dat de hersenen er minder goed door werken. Dat is vergelijkbaar met een pc die trager wordt doordat alle programma’s tegelijk draaien.
Ook beklemtoont Wawoe dat jezelf als medewerker vitaal houden cruciaal is voor stabiliteit tijdens je hele loopbaan. Ook voorkomt het lichamelijke en geestelijke achteruitgang en mogelijk voortijdig afhaken. Vitaliteitsprogramma’s zijn volgens Wawoe ‘op zich’ goed om de medewerker hierbij te ondersteunen. Hij denkt alleen dat je niet de juiste groepen bereikt als je ze aan iedereen aanbiedt. “En dan zie je dat op een ‘fitweek’ alleen jonge en fitte mensen af komen, die zoiets het minst nodig hebben. En mensen die fruit op het werk eten, aten dat thuis ook al.” Daarnaast belemmert het zelfbeeld van werknemers deelname aan vitaliteitsprogramma’s. “Tachtig procent van de Nederlanders vindt zichzelf bovengemiddeld op het werk. Mensen kunnen zichzelf dus niet zo goed inschatten. Ze blijken vaak niet te weten dat ze niet vitaal zijn.”
Een vitaliteitsprogramma voor iedereen is blijkbaar geen oplossing. Volgens Wawoe leidt een goed gesprek tussen werkgever en werknemer wel tot positieve resultaten. Hierbij zijn vakmanschap, verbondenheid met de omgeving, autonomie en feedback belangrijke onderwerpen. Daarbij bevordert een ‘constante dialoog’ in plaats van enkele gesprekken per jaar ook de vitaliteit. De medewerker benoemt dan zelf zijn vitaliteitsdoel en beantwoordt de terugkerende vraag wat hem of haar spanning oplevert.
Wawoe vindt dat ‘ontwikkeling’ ook niet kan ontbreken als gespreksonderwerp. Want mensen worden echt blij van vooruitgang boeken in plaats van beloning, erkenning of waardering. “Onderzoek wijst uit dat de gelukkigste momenten op een werkdag die van het ervaren van groei zijn. Vitaliteit verbeteren is dus een natuurlijke neiging. Coaching wordt daarom als iets heel positiefs ervaren.”
Die rol van coach moet echter nu juist niet door werkgever of leidinggevende worden ingevuld. Dan treedt vermenging van de rollen van ‘rechter’ (het beoordelen) en coach op en ontbreekt de geloofwaardigheid. Wawoe beveelt daarom aan het gesprek in drieën te voeren. “Wijs een coach, coördinator en rechter aan. De coachrol kan uitbesteed worden, zodat diepgaandere vragen over de inzetbaarheid kunnen worden gesteld.”
Bron: HR Praktijk.nl