Mensen maken de publieke sector en geven invulling aan het ‘hart’ voor de publieke zaak waar ze aan de slag zijn. Er is één groep professionals die zich dagelijks met mens en organisatie bezig houdt en van elk hart voor de publieke zaak een succes wil maken. Dat zijn de HRM’ers en HRM-verantwoordelijken in de publieke sector. Wij hebben samen met TNS Nipo meer dan 350 HRM’ers uit de publieke sector ondervraagd over het hart voor de zaak binnen hun organisatie.
Voordat we HRM’ers hun mening vragen over het hart voor de zaak van hun collega’s, schetsen we eerst een beeld van de HRM’ers zelf. HRM’ers in de publieke sector zien hun dagelijks werk veelal als een prettige uitdaging. Bijna 60% van de mannen en net geen 70% van de vrouwen waardeert zijn of haar baan op die manier. Gemiddeld ziet slechts 4% van de ondervraagden de huidige baan vooral als een dagelijkse druk op de schouders. Jongere HRM’ers (tot 30 jaar) hebben het vaak zwaarder. Gemiddeld ervaart 1 op de 8 (12%) van de HRM’ers onder de 30 jaar zijn of haar baan als een dagelijkse last die ze met zich meedragen.
HRM’ers staan in hun dagelijkse werk graag midden in de organisatie. Twee op de drie ondervraagden willen graag als een spin in het web fungeren met veel contacten in de organisatie. Slechts weinigen zien een HRM-functie waarbij ze op abstract niveau het HRM-beleid voor de komende jaren bepalen als een ideale baan. Gemiddeld gaat daar bij slechts 1 op de 8 ondervraagden het hart sneller van kloppen.
Als de HRM’er in de publieke sector wel iets in de weg zit om zijn/haar werk goed uit te voeren dan wordt de eigen leidinggevende als eerste genoemd. Daarna volgt pas de eigen persoonlijkheid. Er lijkt een bijzondere overgang te zitten tussen twee leeftijdscategorieën die we ondervraagd hebben. HRM’ers tot de 30 zoeken de belangrijkste belemmeringen voor de uitvoering van hun werk vooral bij zichzelf, gebrek aan motivatie en specifieke kennis worden in deze groep veel genoemd. Opvallend, de groep in de leeftijd tussen de 30 en 40 twijfelt van alle leeftijdscategorieën weer het minste aan zichzelf.
Meer dan de helft van de HRM’ers geeft aan dat het met het hart voor de zaak wel goed zit binnen zijn of haar organisatie en een kwart beoordeelt het met een voldoende. Toch zijn er duidelijke verschillen per sector. HRM’ers binnen de overheid zijn naar verhouding minder positief over het hart voor de zaak van hun collega’s. Eén op de 8 waardeert het hart voor de zaak binnen de overheid als ‘matig’ en een beperkte 3% waardeert het hart voor de zaak zelfs als ‘zeer slecht’. Binnen de overige sectoren wordt het hebben van hart voor de zaak geen enkele keer als ‘zeer slecht’ beoordeeld. Daar vindt slechts 3% het hart voor de zaak ‘matig’.
Er wordt hard gewerkt in de publieke sector. Als de ondervraagden hun organisatie vergelijken met andere organisaties in de publieke sector, dan vindt bijna de helft dat de eigen collega’s dagelijks een paar stappen extra zetten in hun werk. 1 op de 10 geeft zelfs aan dat het hart voor de zaak binnen hun organisatie veel sterker is dan gemiddeld.