Artikel
3 jun '20
3 juni '20
5 min

‘Het is tijd om de erkenning van verpleegkundig vakmanschap te borgen’

De rol van de verpleegkundige is weer vitaal gebleken. Ziekenhuismanagers en bestuurders moeten ervoor uitkijken dat ze niet terugvallen op oude gewoonten. Een groep zelfstandige en aan universiteiten verbonden deskundigen pleit er daarom voor om de erkenning van verpleegkundig vakmanschap te borgen.

Uit de coronacrisis blijkt volgens de deskundigen meer dan ooit de vitale rol van voldoende, capabele verpleegkundigen. Zonder hen kunnen ziekenhuizen onmogelijk hun beddencapaciteit verhogen. Bovendien is hun expertise nodig voor een goede zorg voor coronapatiënten. Verpleegkundigen hebben moed getoond door onder extreme omstandigheden zorg te blijven leveren. Soms met gevaar voor eigen gezondheid.

Lessen uit de crisisaanpak

Dat besef komt naar voren nu het aantal ernstig zieke coronapatiënten in de ziekenhuizen afvlakt. De coronazorg blijft bestaan, maar de reguliere zorg moet worden opgestart. De deskundigen willen voorbereid zijn op een eventuele ‘tweede coronagolf’. Dan zal nog meer dan tijdens de ‘eerste golf’ een beroep nodig zijn op (ic-)verpleegkundigen. “Welke lessen kunnen getrokken worden uit de crisisaanpak om een duurzame toekomst in de zorg te kunnen realiseren? Welke strategieën moeten vooral weer worden ingezet en welke niet?”, vragen de auteurs zich af.

Vakmanschap, toewijding en compassie

Een positieve les van de coronacrisis is de massale bereidheid van (oud-)verpleegkundigen tot extra en flexibel werk tijdens de crisis. “Andere taken zijn on hold gezet, er is gewisseld van vakgebied, er zijn extra scholingen gevolgd en nieuwe procedures en vaardigheden aangeleerd. Dankzij het vakmanschap, de toewijding en compassie van verpleegkundigen is de zorg voor patiënten met corona op de werkvloer gerealiseerd.”

Verpleegkundigen raken uitgeput

Minder positief vinden de deskundigen dat de ziekenhuizen vaak crisisbeleid hebben gemaakt over verpleegkundigen in plaats van met hen. De crisisteams hebben zich vooral gericht op het primaire proces en de intrinsieke drive van verpleegkundigen benut om samen de enorme werkzaamheden aan te kunnen. Dit is echter zodanig gebeurd ‘dat verpleegkundigen uitgeput raken op de langere termijn’. De ziekenhuizen hebben vooral eigen medewerkers ingezet. Volgens de auteurs hebben ze het aanbod van herintreders tot ondersteuning in de ziekenhuizen genegeerd. Artsen, physician assistants, verpleegkundig specialisten, anesthesie- en OK-verpleegkundigen, verzorgenden en hospitality medewerkers hebben onder leiding van ic-verpleegkundigen na een snelle inwerkperiode vooral taakgericht gewerkt.

Veel flexibiliteit

De deskundigen benadrukken dat er veel flexibiliteit is gevraagd. “Verpleegkundigen waren continu beschikbaar, draaiden 12-uursdiensten, maakten overuren en werden geconfronteerd met indrukwekkende gebeurtenissen. Verpleegkundigen hebben onder hoge lichamelijke en emotionele druk gestaan. Op adrenaline, erkenning van hun vitale rol en attenties van buitenaf zijn zij overeind gebleven.”

Geen duurzaam crisisbeleid

Ondanks het applaus voor de enorme krachtsinspanning en de erkenning en waardering voor de vitale rol en het vakmanschap van verpleegkundigen concluderen de auteurs dat het crisisbeleid niet duurzaam is. Ze verwijzen naar de krapte op de verpleegkundige arbeidsmarkt die al bestond voor corona. Deze krapte liep tijdens de crisis extra op doordat ziekenhuizen vooral een beroep hebben gedaan op medewerkers uit de eigen organisatie. Daarmee kwam de acute en reguliere zorg praktisch tot stilstand, wat zorgde voor een ‘groot stuwmeer aan uitgestelde reguliere zorg’. Daarbij zijn verpleegkundigen de komende tijd beperkt inzetbaar, zo denken de deskundigen. De extreme werkomstandigheden hebben hen uitgeput, wat ook blijkt uit oplopend verzuim en de opbouw van veel verlofuren.

Arbeidsproductiviteit in de zorg

Verder wijzen de deskundigen op de behoefte aan extra ic-verpleegkundigen vanwege de voorlopig blijvende corona-zorgvraag. Deze zijn er echter niet op de korte termijn. “Waar taakgerichte verdeling van zorg tijdens de crisis nog een oplossing bood, blijkt juist hierdoor de motivatie bij veel verpleegkundigen die hebben ondersteund, gezakt. Het taakgerichte werken wordt ervaren als een beperking van professionele autonomie. Verder blijkt het vertragend voor het ontwikkelen van kennis en vaardigheden, wat weer belangrijk is voor intrinsieke motivatie en werkplezier”, schrijven de auteurs. Ze beklemtonen dat extra (ic)-verpleegkundigen niet zomaar uit de hoge hoed kunnen worden getoverd. Daarom moet de arbeidsproductiviteit in de zorg stijgen en is het cruciaal dat verpleegkundigen vitaal en gemotiveerd blijven om ervoor te gaan.

Drie oplossingsrichtingen

De deskundigen zien drie mogelijke oplossingsrichtingen voor dit vraagstuk:

  1. Herinrichting van zorgprocessen: nog te vaak hebben verpleegkundigen niet-verpleegkundige taken of zorgtaken zonder toegevoegde waarde in hun takenpakket. Daarnaast maken ziekenhuizen nog te weinig gebruik van technologie die werkzaamheden kan overnemen.
  2. Nieuwe vormen van zorg verlenen met elkaar verkennen: voorlopig belemmert het denken in domeinen en klassieke rollen, functies en posities nog het innoveren van het organiseren van zorg.
  3. Een efficiënte en effectieve inzet van mensen: de norm bestaat uit minimaal 20-24 uur werken, 8-uurs diensten, één functie en een structuur van dag avond en nachtdiensten. Dat is echter niet altijd een oplossing voor gezond roosteren en flexibel werken.

Vitale en gemotiveerde verpleegkundigen

Volgens de auteurs kunnen ziekenhuizen beginnen met het aanspreken van het vakmanschap van verpleegkundigen. “Zij kennen (de organisatie van) hun werk als geen ander. Hun kennis en ervaring – praktische wijsheid – zijn nodig voor de ontwikkeling van een duurzame toekomst; de juiste zorg op de juiste plek en een vitale en gemotiveerde verpleegkundige beroepsgroep.”

Betere zorgprocessen en zorgorganisatie

Uit de coronacrisis blijkt dat bestaande structuren vloeibaar kunnen worden, zo stellen de deskundigen. “Wat eerder onmogelijk was, leek nu soms wel te kunnen. Nu de rol van de verpleegkundige wederom vitaal is gebleken, moeten ziekenhuismanagers en bestuurders ervoor waken terug te veren in oude gewoonten.” De auteurs denken dat nu het moment is gekomen om de erkenning van verpleegkundig vakmanschap te borgen. “Om samen met hen te onderzoeken op welke manier de zorgprocessen en zorgorganisatie innovatiever, efficiënter en duurzamer vormgegeven kunnen worden.”

Bron: Zorgvisie.nl