Zo’n 10 procent van de werkenden is ‘mentaal met pensioen’. Fysiek zijn ze wel op de werkvloer, maar met hun hoofd zijn ze op een hele andere plek. Daarnaast balanceert nog eens 25 procent op het randje. Deze medewerkers zijn vaak niet ver van ziekteverzuim verwijderd. Het is dan ook belangrijk om ze weer te motiveren.
Volgens de Volkskrant hebben ‘mentaal gepensioneerden’ geen band met hun werk. Ook zijn ze niet erg geïnteresseerd in leren en ervaren ze weinig waardering van collega’s. Gezondheidswetenschapper Jenny Huijs concludeert dat de mentale afwezigheid ziekteverzuim en productiviteitsverlies veroorzaakt. Dit is zowel slecht voor de werkgever en samenleving, als voor de werknemer. Huiijs stelt dat mensen die met mentaal pensioen zijn, zaken missen als structuur, sociale contacten en op termijn misschien wel een stabiel inkomen. Dit betreft zeker niet alleen vijftigplussers, maar ook dertigers en veertigers.
Jenny Huijs deed onder andere onderzoek bij de politie. Ze ontdekte dat vooral vertrouwen krijgen en serieus genomen worden, belangrijk zijn voor de betrokkenheid en bevlogenheid van werknemers. Ook de Israëlisch-Amerikaanse gedragswetenschapper Dan Ariely benadrukt het belang van vertrouwen voor het motiveren van werknemers. Volgens hem is bureaucratie de voornaamste motivatiekiller. “Steeds meer bedrijven timmeren van alles dicht met ingewikkelde contracten, waarin staat aan welke regels werknemers moeten voldoen en wat voor boetes ze krijgen als ze zich hier niet aan houden. Hiermee zeg je als werkgever eigenlijk: we vertrouwen je intenties niet.”
Ariely stelt dat het moeilijk is om te bepalen hoe je anderen dan wel motiveert. Externe positieve prikkels, zoals bonussen, borrels en bedrijfsuitjes om de motivatie te verhogen, zijn volgens hem niet effectief. “Een bonus kan even het gewenste effect opleveren, maar daarna zakt de productiviteit in. Je went aan het geld of denkt: ik heb de buit toch al binnen en kan wel even een dag rustiger aandoen.” Een compliment heeft volgens hem een blijvender effect, omdat dat draait om erkenning. “Als je als werknemer het gevoel hebt dat je inwisselbaar of nutteloos bent, wordt alle motivatie de kop ingedrukt.”
Het motiveren van werknemers wordt volgens Ariely steeds belangrijker vanwege het informatietijdperk waarin we leven. Doordat we steeds meer werken op computers is minder duidelijk wat we concreet doen. Ariely vergelijkt het met liefdesrelaties. In die relaties hebben we meestal veel voor elkaar over, terwijl we daar geen geld voor krijgen en een duidelijk contract ontbreekt waarin staat wat we wel en niet voor de ander doen. “Dat is omdat je verbondenheid voelt, een langetermijnvisie deelt en geïnteresseerd bent in elkaar.”
Werkgevers moeten hun werknemers ook veel meer op die manier benaderen. Een plek waar niemand gemotiveerd is, is namelijk een verschrikkelijke plek om te verblijven. “Werknemers zijn niet blij, de baas is niet blij, de productiviteit is laag en het bedrijf haalt slechte resultaten. Er zijn zoveel werkplekken waar niet wordt nagedacht over motivatie. Iedereen lijdt daaronder. Dat is toch zonde?”
Adviesbureau Insights vindt motivatie en engagement in de eerste plaats persoonlijk. Volgens hen ligt het bij de medewerker om uit te vinden wat hij of zij nodig heeft om echt betrokken te zijn bij de organisatie en bevlogen te zijn in zijn werk. Daarnaast moet de werknemer ook zelf begrijpen hoe hij of zij aan deze behoeften kan voldoen. De organisatie en haar management moeten daarbij voor de juiste context zorgen.
Bron: Insights