Waarom is de één bang voor ontwikkelingen als AI en staat de ander te popelen als het gaat om innovaties? Hoe kan het dat we schermtijd voor onze kinderen het liefst beperken, maar ze ook willen stimuleren om nieuwe technieken te omarmen? Tech design-expert, auteur en spreker Deborah Nas onderzocht waar onze angst voor technologie vandaan komt én vertelt hoe je innovatie in je organisatie kunt stimuleren.
Veel schermtijd voor een kind, is dat wel goed? Toen Deborah merkte dat haar zoontje digitaal wel heel snel zijn weg wist te vinden, had ze aan de ene kant een trots moederhart. Maar aan de andere kant was er dat kritische stemmetje in haar hoofd… Nieuwsgierig ging ze op zoek naar waar haar technologie-angst vandaan kwam: Deborah dook in de psychologische kant van innovatie en technologie.
Ze deed onderzoek naar de argumenten die tegen technologie worden gebruikt. En wat blijkt: die zijn al decennialang hetzelfde. “Toen het schrift kwam, zei men: daar worden we vergeetachtig van en het maakt onze kennis oppervlakkig. Hetzelfde argument werd bij de uitvinding van de boekdrukpers gebruikt. Die informatie-overload zou mensen in een sociaal isolement plaatsen. Toen internet kwam, was het argument opnieuw: deze oppervlakkige kennis maakt ons dom.”
Een interessant gedachtenexperiment hierbij is eens stil te staan bij de vraag: wat als boeken na videogames waren uitgevonden, in plaats van andersom? “Stel je voor dat we het al jarenlang normaal vinden dat we elke dag gamen. Iedereen doet het. Ineens worden boeken uitgevonden en kinderen vinden het geweldig. Wat zouden we daarvan vinden? De kans is groot dat we dan denken: slecht voor je brein! Een game is een multimedia-ervaring die alle onderdelen van je brein triggert, terwijl een boek slechts woorden op een pagina zijn. Dat is slecht voor je creativiteit en persoonlijke ontwikkeling.” De manier waarop we over dit soort ontwikkelingen denken, wordt dus bepaald door het referentiekader.
Dat steeds dezelfde argumenten herhaald worden bij technologische ontwikkelingen, is volgens Deborah te verklaren. Angst is namelijk onze sterkste emotie. “Op de korte termijn is de mens in staat om functioneel te kijken naar nieuwe tools. Maar op de lange termijn reageren we vanuit de onderbuik, emotioneel dus.” Angst is dan sterker dan de vreugde en de voordelen. “We noemen dat onze verliesaversie: benoemen wat we niet kwijt willen raken.”
Volgens de technologie-expert zijn we geneigd om te kiezen voor wat we kennen, begrijpen en waardevol vinden. Leeftijd speelt daarbij een rol, want hoe ouder je bent, hoe lastiger je het vindt je wereldbeeld aan te passen. Daarom worden innovaties bij de jeugd vaak moeiteloos overgenomen. “Alles wat tijdens je kinderjaren gebeurt, vind je niet bijzonder. Het wordt onderdeel van je wereldbeeld.” Tussen ons 18e en 35e jaar vinden mensen innovatie vaak spannend en avontuurlijk. Boven de 35, wordt het een stuk lastiger om innovatie te omarmen. “Het voelt dan als tegennatuurlijk. Het past niet meer in je referentiekader.”
Terug naar de zoon van Deborah, die inmiddels naar de middelbare school gaat. Bij de start van het schooljaar kreeg hij een doos vol woordenboeken. “Zelf keek hij daar niet van op. Hij heeft zich er al bij neergelegd dat het onderwijs niet aansluit bij zijn sterk gedigitaliseerde wereld.” Toch hoopt Deborah dat er op dat vlak iets verandert. “In ons onderwijs horen we kinderen voor te bereiden op de maatschappij van morgen, niet op die van tien jaar geleden.” De sleutel daarvoor, ligt volgens de expert onder andere bij vakdocenten. “Voor gym en handenarbeid hebben we vakdocenten, waarom niet voor technologie? Je kunt niet verwachten dat een leerkracht zonder affiniteit met technologie, het vak kan bijbrengen aan kinderen die al tien stappen verder zijn. Als we willen dat deze nieuwe generatie straks goed omgaat met de ongelofelijke hoeveelheid nieuwe tools die eraan komen, dan moeten we ze daarbij helpen.”
Organisaties vinden het niet altijd eenvoudig om innovatie te omarmen. Daar zijn verschillende redenen voor:
Om deze redenen komt innovatie volgens Deborah vaak van startups of bedrijven van buiten de sector.
Als het gaat om technologische ontwikkelingen en werk, speelt ook angst vaak een rol. Mensen zijn bang dat hun baan straks niet meer bestaat. Zo ver ziet Deborah het nog niet komen. “Ik voorzie een enorme efficiencyslag, maar dat wil niet zeggen dat de mens vervangen wordt.” Wel zullen er, door technologische ontwikkelingen, andere banen ontstaan.
Dit artikel is geschreven naar aanleiding van een lezing die Deborah Nas gaf tijdens het Jaarcongres HRM bij Driessen Groep.
Foto: William Rutten