In 1758 besloot Linnaeus alle planten en dieren een aparte Latijnse naam te geven en verwierven wij de titel homo sapiens sapiens. Wij verdienden twee keer het woord sapiens om aan te geven dat wij duidelijk de winnaar van onze soortgenoten waren, want de homo sapiens diluvialis en de homo sapiens idaltu waren op enig moment uitgestorven. Maar wij niet. Want wij zijn immers sapiens sapiens.
Het woord sapiens betekent de ‘denkend’ of zelfs ‘wetend’. En wij zijn daarmee zo bijzonder, dat dat kennelijk best in onze titulatuur herhaald mag worden. Maar eigenlijk is het onzin, want wij zijn helemaal geen denkende of wetende mensen. Wij kunnen léren denken, dat wel, maar van onszelf denken wij niet zoveel. Dat moet namelijk worden aangeleerd door onze soortgenoten. Beter zou het dus geweest zijn als wij de Homo cognita ita sapiens waren genoemd; de lerende en daardoor wetende mens. Maar we hebben nogal een hoge pet van onszelf op, dus dat is er niet doorgekomen. Het is en zal altijd wel Homo sapiens sapiens blijven. Maar alles wat we denken en weten, hebben we eerst ergens aangeleerd en daarin zijn we dan ook kampioen. En dat is mooi, want dat leren wordt steeds belangrijker.
“Zelfs je gymnasiumdiploma is tegenwoordig eigenlijk niets meer dan een soort luxe startkwalificatie”
Vroeger kon je met wat je op school geleerd had een leven lang vooruit. Na je diploma ging je bij een werkgever aan de slag en na veertig jaar noeste en nauwelijks veranderende arbeid kreeg je je toespraakje van de directeur, een gouden speldje van de vakbond, een zoen van de koffiejuffrouw en daarna ging je met pensioen. Maar de tijden zijn veranderd. Want omdat we per definitie nog niets over alle veranderingen die tegenwoordig zo snel gaan kunnen weten, zullen we het allemaal moeten leren. Zelfs je gymnasiumdiploma is daardoor tegenwoordig eigenlijk niets meer dan een soort luxe startkwalificatie. Ook de slimmerds onder ons, de sapiens sapiens sapiens (3x), moeten blijvend aan de bak. Want hoe sneller de veranderingen, hoe vaker we daarover moeten leren om het hoofd boven water te houden. Mijn psychologieprofessor startte zijn college dan ook ooit met de memorabele woorden, ‘De helft van wat ik je nu ga vertellen is niet waar, ik weet alleen nog niet precies welke helft dat is’. Dus, zo was de onderliggende boodschap, je moet je vak bijhouden. Blijf leren.
En dat is geweldig nieuws. Je kunt daardoor bij goede werkgevers namelijk niet meer vastroesten, omdat leren een integraal onderdeel van het werk wordt. Het hoort erbij als geroddel bij het koffiezetapparaat en je glaasje teveel bij de Kerstborrel. Lang leven de Homo cognita dus. O sorry, de Homo cognita cognita bedoel ik natuurlijk…
Op dinsdag 1 oktober organiseren wij de gratis congresdag tijdens de ‘Week van het leren 2019’. Wil je hierbij aanwezig zijn? Kijk voor meer informatie en aanmelden op www.deweekvanhetleren.nl.