De rechtspositie van ambtenaren wordt genormaliseerd, oftewel gelijkgetrokken met die van andere werknemers. Hiervoor vernieuwt de overheid de Ambtenarenwet en wijzigt ze enkele andere wetten. Wat houdt dit in en wat zijn de aandachtspunten voor HR?
De Nederlandse ambtenaren vallen niet onder het gewone arbeidsrecht en hebben een speciale rechtspositie. Dit verandert met het wetsvoorstel Normalisering rechtspositie ambtenaren. Doel daarvan is dat in 2020 de arbeidsverhoudingen bij de overheid gelijk zijn aan die in het bedrijfsleven. De normalisering geldt niet voor alle ambtenaren. Politieambtenaren krijgen er bijvoorbeeld niet mee te maken.
Voor PW De Gids hebben advocaat en docent ambtenarenrecht Steven Jellinghaus en advocaat Karen Maessens een overzicht gemaakt van de vijf belangrijkste veranderingen in de Ambtenarenwet. Daarnaast hebben zij tien aandachtspunten voor HR op een rij gezet.
De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren heft de ambtelijke status niet op. Wel bevat de wet een aanpassing van het begrip ambtenaar. Volgens de toekomstige Ambtenarenwet is een ambtenaar degene die op basis van een arbeidsovereenkomst bij een overheidswerkgever werkzaam is. Gevolg is dat bepaalde groepen werknemers ambtenaar worden. Denk aan werknemers van de Autoriteit Financiële Markten, het UWV en De Nederlandsche Bank. Een ander voorbeeld is een keurmeester bij een APK keuringsstation. Daarnaast verliezen bepaalde groepen ambtenaren de ambtenarenstatus. Medewerkers van openbare private scholen worden bijvoorbeeld werknemer.
Vanaf het moment dat de nieuwe wet geldt, werken ambtenaren niet meer op basis van een aanstelling maar van een arbeidsovereenkomst.
Het ambtenarenrecht wordt momenteel gekenmerkt door een aanstelling, de toepasselijke rechtspositieregeling en de Ambtenarenwet. Overheidswerkgevers leggen een rechtspositieregeling vast met een besluit. Hierbij sluiten ze vaak aan bij ambtenarenreglementen die sectorbreed zijn afgesproken met de vakorganisaties. Voorbeelden daarvan zijn het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) en CAR-UWO voor gemeentelijke ambtenaren. Met de nieuwe wet verdwijnen de rechtspositieregelingen. Overheidswerkgevers kunnen voortaan een cao afsluiten. Daarbij bepalen ze in principe zelf of en met wie ze cao-onderhandelingen voeren.
Door de normaliseringswet vallen ambtenaren onder het bereik van het civiele (arbeids)recht.
De Ambtenarenwet blijft bestaan, maar in aangepaste vorm. De wet gaat naast het Burgerlijk Wetboek gelden voor ambtenaren en overheidswerkgevers. De nieuwe Ambtenarenwet bepaalt onder andere dat:
Naar verwachting treedt het wetsvoorstel op 1 januari 2020 in werking. Dat lijkt ver weg, maar de voorbereiding kost tweeënhalf tot drie jaar.
Overheidsorganisaties moeten alle aanstellingen omzetten in arbeidsovereenkomsten. Het moment van inwerkingtreding van de wet bepaalt de inhoud van de arbeidsovereenkomst. Iedere op dat tijdstip bestaande beslissing, afspraak of arbeidsvoorwaardentoezegging maakt deel uit van de arbeidsovereenkomst.
De rechtspositieregelingen vervallen, maar blijven gelden ‘als ware een cao’ zolang de overheidswerkgever nog geen cao heeft afgesloten. Wel mogen ze daarbij niet strijdig zijn met het Burgerlijk Wetboek of andere wetgeving. Ontslagbesluiten en andere besluiten van de overheidswerkgever die dateren van voor de nieuwe wet, behouden hun geldigheid.
Wat betekent de normalisering van het ambtenarenrecht voor HR? Jellinghaus en Maessens noemen de volgende tien aandachtspunten voor de HR-professional:
Bron: PW.