Om de impact van de coronacrisis enigszins te beperken, heeft de Rijksoverheid subsidie beschikbaar gesteld voor scholen en instellingen. Dit geld voor het onderwijs is bedoeld om leerlingen en studenten extra ondersteuning te bieden bij leer- en ontwikkelachterstanden of studievertraging. Scholen hebben massaal gebruikgemaakt van de regeling, maar worstelen nu vaak met de exacte invulling en verantwoording van de gelden. Sing-Hui Yap, manager onderwijs bij Driessen, gaat in dit artikel op dit onderwerp in.
De complexiteit van de verantwoording is ook aan de politiek niet voorbijgegaan. Zo is aan de motie om ‘de verantwoording over deze middelen te vereenvoudigen en de mogelijkheid open te stellen om de middelen ook preventief in te zetten’ gehoor gegeven. Verder krijgen scholen en instellingen meer tijd om de activiteiten in het kader van deze regeling te ontplooien of af te ronden.
Omdat ook in schooljaar 2020/2021 sprake is (geweest) van (gedeeltelijke) sluiting van scholen en instellingen, kan tijdige uitvoering van de activiteiten in het kader van de Subsidieregeling inhaal- en ondersteuningsprogramma’s onderwijs 2020–2021 in de knel komen. Scholen en instellingen krijgen daarom tot en met 31 december 2021 in plaats van tot en met 31 augustus 2021 de mogelijkheid om inhaal- en ondersteuningsprogramma’s aan te bieden.
Deze verlenging biedt scholen en instellingen weliswaar meer ruimte, maar daarmee zijn de budgetten nog niet goed besteed en verantwoord. Iedere onderwijsinstelling heeft namelijk zijn eigen dynamiek en uitdagingen. De extra gelden besteden de organisaties daarom verschillend en passend bij hun organisatie:
Naast een toegenomen vraag naar onderwijsgevende en ondersteunde medewerkers, zien we ook dat scholen kijken naar een creatieve besteding van het budget om urgente problemen op te lossen. Door corona is genadeloos blootgelegd wat het onderwijs betekent voor onze maatschappij. Niet alleen in termen van cognitieve vaardigheden, maar nog meer op het sociaal emotionele vlak. Deze taak heeft het onderwijs altijd al serieus genomen, maar maatschappelijk is het onderbelicht en zijn we geneigd om voornamelijk te kijken naar toetsresultaten.
Nu we zien dat er grote problemen ontstaan in het welzijn van leerlingen en studenten, investeren onderwijsinstanties hier extra in. Dit doen ze door op zoek te gaan naar specialisten die je normaal niet of minder vaak in het onderwijs tegenkomt. Denk aan sociaal maatschappelijk werkers, psychologen en coaches. Vergeet daarbij ook de leraren en docenten niet. Preventief acteren op mentale gesteldheid én verbinding houden met medewerkers die al lange tijd op afstand werken is essentieel. Zij maken immers het verschil in de klas.
Het aantal besmettingen neemt weer toe. Ook onderwijsinstanties zitten soms met de handen in het haar als er weer een besmetting of zelfs een besmettingshaard is geconstateerd. Scholen bereiden zich momenteel voor op een situatie waarbij continu (zelf-)testen van leerlingen, studenten en personeel standaard onderdeel is van het werk. Inmiddels zijn de eerst ontheffingen voor zelftesten verleend door Rijksoverheid. Je ziet dat het onderwijs zich razendsnel aanpast aan de nieuwe realiteit. Helaas is het ook elke dag weer roeien met de riemen die er zijn. De extra gelden zijn uiteraard een welkome aanvulling, maar een goede besteding ervan is complex en vraagt om oplossingen om in te investeren.
De dynamiek van het onderwijs is de afgelopen jaren steeds complexer geworden en daar heeft de coronapandemie een extra dimensie aan toegevoegd. Maar het adaptief vermogen van de sector is groot. Dit ervaren wij bij Driessen iedere dag in de ondersteuning van onderwijsinstanties van het primair onderwijs tot hoger onderwijs bij de flexibele inzet van de bestaande én nieuwe functies die nodig zijn voor continuïteit, welzijn en gezondheid in de klas.
Wil je weten wat Driessen voor jouw onderwijsorganisatie kan betekenen? Kijk op HR oplossingen voor het onderwijs of neem contact op.