Hoe trek je als organisatie een talent over de streep om bij jou te tekenen, als je niet alles kunt bieden wat nodig is? Hoe ga je om met differentiatie in beleid en beloning in een organisatiestructuur waarin alles gericht lijkt te zijn op gelijkheid? Waar denkt u aan bij het woord ‘talent’?
Waar denkt u aan bij het woord ‘talent’?
Grote kans dat u denkt aan aansprekende voorbeelden als een 6-jarige schaakmeester, een begaafde violist, een watervlugge rechtsbuiten of een wiskundig genie. Talent komt echter voor in alle soorten en maten. Sla het Guinness World Book of Records maar eens open. Het is onvoorstelbaar op welke punten mensen uitblinken. Laatst zag ik een filmpje op YouTube van de recordhouder ‘meest aantal watermeloenen met het hoofd kapot slaan.’ Deze man had ontegenzeggelijk een talent, namelijk een ontzettend hard hoofd, maar het enige dat ik me afvroeg was: ‘hoe haalt hij het in zijn hoofd?’ Sommige talenten zijn makkelijk te herkennen, maar veel ook niet. Wanneer realiseer je jezelf dat je, net als yogaleraar G.P Vijayakumar uit India, in staat bent om in één minuut 8 vissen op te snuiven met de mond om ze vervolgens via de neus naar buiten te laten komen? En hoe kom je erachter dat je, net als Michel Lotito uit Frankrijk, in totaal 128 fietsen, 15 winkelwagentjes, 6 kandelaars, 2 bedden en één paar ski’s op kunt eten? Aan de andere kant is het logischer dan het wellicht lijkt, want als je zoveel fietsen, kandelaars, bedden en ski’s inslikt, dan komen 15 winkelwagentjes natuurlijk best van pas.
Wat is talent? Hoe herken je talent? En hoe benut je talent optimaal?
Het zijn vragen die vele mensen dagelijks bezighouden. Sociologen, psychologen, managers, coaches, HRM’ers, headhunters, scouts: allen zijn bezig mensen te vinden die uitblinken ten opzichte van anderen. Talent is een kwestie van ‘nature and nurture’, van natuurlijke aanleg in combinatie met de ideale omstandigheden. Iedere sportcoach zal beamen dat een uitzonderlijk talentvolle sporter het verschil maakt tussen een topploeg en een middelmatige ploeg. Zo’n sporter wordt in Amerika vaak een ‘franchise player’ genoemd, oftewel een speler waar je heel je organisatie omheen bouwt. Voor deze speler gelden hele andere regels, omdat deze speler zo anders is. En om echt succesvol als team te kunnen
zijn, dienen alle andere spelers ‘in dienst te spelen’ van deze superster.
Juist dit is ontzettend lastig, met name in de HRM-wereld in de non-profitsector van Nederland. Want hoewel iedereen erkent dat de echte talenten binnen de organisatie het verschil kunnen maken tussen winnen en verliezen, is het lastig om alles op alles te zetten om deze talenten hun belofte in te laten lossen. Hoe trek je als organisatie zo’n talent over de streep om bij jou te tekenen, als je niet alles kunt bieden wat nodig is? Hoe ga je om met differentiatie in beleid en beloning in een organisatiestructuur waarin alles gericht lijkt te zijn op gelijkheid? Wat betekent het als een echt talent binnen de kortste keren iedereen voorbij rent, inclusief de manager, coach of erger nog, jezelf? Talent is in dat licht een zegen voor diegenen die er mee om kunnen gaan, maar een last voor diegenen die dit niet kunnen. Je hebt het, of je hebt het niet. Maar belangrijker nog, je kunt ermee omgaan of je kunt het niet. Heeft uw organisatie dat talent?
drs. Jeroen Driessen
directeur Driessen HRM_Payroll
Meer informatie over Talent? Download ons magazine met het thema ‘Oog voor Talent’!