Uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de werkgelegenheid in het tweede kwartaal van 2015 flink is aangetrokken ten opzichte van datzelfde kwartaal in 2013. Waren er in het tweede kwartaal van 2013 nog 96.000 openstaande vacatures, in 2015 zijn dat er 136.000. Dat betekent dat er in twee jaar een toename van 40.000 vacatures heeft plaatsgevonden.
In Zuid-Holland, Noord-Holland en Noord-Brabant zijn de meeste banen te vinden. Samen zijn deze provincies zelfs verantwoordelijk voor meer dan de helft van de openstaande vacatures (75.000). Daarnaast staat Noord-Holland niet alleen op de tweede plek in de lijst van provincies met de meeste werkgelegenheid, maar heb je in Noord-Holland ook de meeste kans op het vinden van een baan. Er is namelijk één vacature beschikbaar per vier à vijf werklozen. Dit geldt ook voor de provincie Utrecht. Het landelijke gemiddelde lag op één vacature per zes werklozen. Hiermee wordt de kans op het vinden van een baan steeds groter, maar heeft Nederland het niveau van voor de economische crisis nog niet bereikt. In 2008 was het aantal openstaande vacatures namelijk gelijk aan het aantal werklozen en was er dus één vacature per werkloze.
Hoewel de werkgelegenheid in bovengenoemde provincies flink aantrekt, geldt dit niet voor alle Nederlandse provincies. In Friesland, Groningen en Flevoland heb je namelijk de meeste concurrentie bij het vinden van een baan. Die provincies telden één openstaande vacature per tien werklozen. Flevoland valt met 3.000 openstaande vacatures daarnaast ook onder de drie provincies waar de minste openstaande vacatures zijn. In Drenthe en Zeeland zijn er ook maar weinig openstaande vacatures beschikbaar, respectievelijk namelijk maar 3.100 en 2.800.
De arbeidsparticipatie in Nederland is het hoogst in het midden van het land. In de provincie Utrecht hadden in 2014 68 op de 100 inwoners tussen de 15 en 75 jaar betaald werk. Gemeente Houten in de provincie Utrecht is hierin dan ook meteen de landelijke uitschieter met een netto arbeidsparticipatie van 73%. Landelijk gezien is de arbeidsparticipatie overigens wel voor iedere provincie gedaald. Flevoland liet hierin de sterkste daling zien; deze provincie ging van een arbeidsparticipatieniveau van 71% voor de crisis in 2008 naar 65% van de inwoners die betaald werk hadden in 2014. Hiermee blijft de provincie wel op gelijk niveau met het landelijk gemiddelde, dat ook op 65% ligt.
In de meest zuidelijke en noordelijke provincies, Limburg en Groningen, is de arbeidsparticipatie het laagst. Beide provincies blijven steken op 62%. De gemeente Vaals in Limburg staat bovenaan de lijst van gemeenten met de laagste arbeidsparticipatie met maar ongeveer 52 van de 100 inwoners die betaald werk hebben.
De landelijke werkloosheid lag in het tweede kwartaal van 2015 met 615.000 werklozen op 6,9%. Dit is bijna een verdubbeling van de werkloosheid die Nederland kende in 2008. De werkloosheid is het hoogst in Flevoland met bijna 9,3% en het laagst in Zeeland met 5,5% (percentages uit 2014). Verdeeld over Nederland zijn er relatief meer vrouwen tussen de 15 en 75 jaar werkloos dan mannen. Van de vrouwelijke bevolkingsgroep is in het tweede kwartaal van 2015 7,2% werkloos, voor de mannen ligt dit percentage op 6,6%.
Bronnen: CBS, Elsevier
