In mijn vorige column gaf ik aan een allergie te hebben voor de term ‘duurzame inzetbaarheid’. Ik wil niet overkomen als een zeur, maar van de term ‘pensioengerechtigde leeftijd’ krijg ik minstens zoveel jeuk. Het geeft mij het gevoel dat we allemaal reikhalzend uitkijken naar de dag dat we eindelijk mogen stoppen met werken. “Ik ben net te laat geboren, moet nog tot mijn 67ste. Dat is 6 jaar, 3 maanden en 17 dagen.” Dit klinkt best verdrietig toch?
In deze tijden van vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt werken jong en oud, fulltimers en parttimers, betaalde krachten en vrijwilligers samen, op de werkvloer en remote. In deze diverse samenstelling waarin we werkzaam zijn is maatwerk het devies. Iedereen van 9 tot 5 is een achterhaald concept. Iedereen op kantoor inmiddels ook. One size fits nobody. Het gaat om het maken van de juiste match tussen wat, wie, waar en wanneer. Het concept pensioen, zoals we het lange tijd kenden, is een volgend heilig huisje waar we afscheid van mogen nemen. We moeten samen een boompje optuigen dat meer bij deze tijd past. Aan ideeën in ieder geval geen gebrek
Duo-leiderschap, portfolio loopbaan, jobcrafting, om- en bijscholing, demotie mogelijkheden, stages voor ouderen, baan delen, variabele werkschema’s, aangepaste werkweek, grootouderschapsverlof. Er zijn mogelijkheden genoeg. De bottleneck zit ‘m in de mindset. We kunnen trainingen aanbieden, mobiliteitsregelingen opzetten en generatiepacten ondertekenen, maar zolang we niet willen tornen aan onze pensioengerechtigde leeftijd is het allemaal een wassen neus.
In een wereld die niet meer fixed is maar fluïde, lopen we nog met een verdraaid achterhaald gedachtegoed over werk rond. We kunnen allemaal zien hoe disruptors bepaalde markten voorgoed veranderen, maar als het aankomt op onszelf…Och het loopt wel los, zal zo’n vaart niet nemen. Ja, we houden graag vast aan een vastomlijnd beeld van ons werk, functie, loopbaanpad en pensioen. Begrijpelijk, maar wel onverstandig.
Volgens mij is de enige manier waarop we bereid zijn om van ons geloof af te stappen als we werk doen dat we echt leuk vinden. Als je iets doet wat je leuk vindt dan mag dat best nog even langer duren, toch? Liever zelfs, dat het nooit ophoudt. Stel je werkt van je 25ste tot je 95ste, dus 70 jaar. Werk je dan 70 jaar lang voor dezelfde werkgever? In dezelfde functie? Met dezelfde werkprocessen? Dezelfde collega’s? Dezelfde uren? Dezelfde werkplek? Dezelfde klanten? Dezelfde producten? Je snapt ‘m. Nee dus. In die 70 jaar kun je je wel 8 keer een jobswitch maken, 5 keer voor jezelf beginnen, 3 keer een sabbatical nemen, 12 opleidingen doen en 23 werkgevers hebben. Wat een zalig vooruitzicht!
Als we ervan uitgaan dat met plezier blijven werken tot de dood een grondrecht is voor iedereen, dan zijn we al een heel eind op weg. Daarna komt het aan op matchmaking. We moeten het niet ingewikkelder maken dan dat er 1. dingen moeten gebeuren (taken) en dat we 2. mensen nodig hebben om dat te doen (talenten). Als we de te volbrengen taken maar blijven koppelen aan de beschikbare talenten dan hoeft niemand na te denken over de pensioengerechtigde leeftijd. Dat is natuurlijk helemaal goed nieuws!
Kim Jansen is als sociaal psycholoog altijd werkzaam geweest op het snijvlak van HR, onderzoek en het trainerschap. Met een fascinatie voor Millennials, ook wel Generatie Y, heeft ze zichzelf gaandeweg ontwikkeld tot generatie-expert. Op dit moment geeft Kim presentaties, workshops en masterclasses rondom het benutten van generatiediversiteit. Ook helpt ze organisaties om bruggen te slaan en generatieverschillen te benutten. Kijk voor meer informatie op haar website Generations at Work.