Op 12 januari 2016 informeerde minister Asscher (SZW) de Tweede Kamer over de stand van zaken rondom zijn beleidsprogramma dat is gericht op de preventie en herkenning van beroepsziekten. Dit beleidsprogramma is onderdeel van het beleid op het gebied van gezond en veilig werken.
De relatie tussen een werknemer en een werkgever is van groot belang voor het terugdringen van beroepsziekten. De bedrijfscultuur bepaalt vaak in welke mate een organisatie in staat is om beroepsziekten te voorkomen. Wanneer een organisatie weinig aandacht besteedt aan de relatie tussen werkgever en werknemer zal deze over het algemeen slechter presteren bij de preventie van beroepsziekten, aldus Asscher. Door het tijdig signaleren van beroepsziekten worden niet alleen hoge verzuimkosten teruggedrongen, maar blijven werknemers bovendien ook langer tevreden en gezond.
In de Kamerbrief doet Asscher een voorstel om werknemers eigen regie te geven over zijn of haar verantwoordelijkheden. Asscher stelt onder andere voor om voor werknemers een persoonlijk dossier aan te maken, waarin het arbeidsverleden van de werknemer opgenomen kan worden. Daarbij kunnen ook de arbeidsomstandigheden en risico’s waarmee hij of zij te maken heeft (gehad) vermeld worden.
De meest voorkomende beroepsziekten zijn burn-out en depressie, maar ook aandoeningen als rug- of nekklachten zijn veel voorkomend. Doordat deze klachten vaak pas op de lange termijn zichtbaar worden, benadrukt Asscher het belang dat hierop extra aandacht wordt gevestigd.
Bron: Rijksoverheid