Nederland is wereldwijd koploper bij het flexibele werk. De helft van de Nederlandse werknemers kan thuis werken. Daarnaast wil het overgrote deel van de Nederlandse professionals het werk graag flexibel doen. Verder blijkt de gewone pc nog steeds het populairste apparaat om op te werken. Dit blijkt uit onderzoek van Cisco.
In 2014 liet Cisco onderzoek doen in vijftien landen over de hele wereld, waaronder Nederland. Aan dit onderzoek namen 1388 generatie-Y-professionals (leeftijd 18-30) en 1524 generatie-X-professionals (leeftijd 31-50) deel.
Nederlandse organisaties lopen wereldwijd voorop in het mogelijk maken van flexibel werken. Van die mogelijkheid maken zowel generatie X als generatie Y ook graag gebruik. Rond de helft van de Nederlandse deelnemers aan het onderzoek gaf aan thuis te kunnen werken. Wereldwijd gezien is dit 27 procent. Met name in Aziatische landen als Japan en China zijn er weinig mogelijkheden voor flexibel werken.
Van de Nederlanders wil driekwart graag flexibel werken, ongeacht de locatie en tijd. Een kwart verwacht dat ze in 2020 zelfs helemaal niet meer naar kantoor hoeven gaan voor hun werk. Dat ligt wereldwijd op zestien procent.
Ruim de helft van de Nederlandse werknemers vindt dat de HR-afdeling van hun bedrijf zich aanpast om tegemoet te komen aan de behoefte van werknemers aan een mobiele, flexibele manier van werken. Een deel van die groep (ruim een kwart van het totaal) denkt echter dat dit proces niet snel genoeg gaat.
Het salaris is voor de meeste werknemers nog altijd de belangrijkste reden om ergens te werken. Voor ongeveer 20 procent van de Nederlandse respondenten is de mogelijkheid om thuis te werken de belangrijkste keuzefactor.
De traditionele pc (desktop) is volgens het onderzoek van Cisco in Nederland nog altijd het belangrijkste apparaat om op te werken, gevolgd door de laptop en smartphone. De tablet blijft ruim achter.
De oudere Nederlandse werknemer blijkt zichzelf eerder te zien als een ‘supertasker’ dan de jongere werknemer. Een supertasker is een werknemer die vier apparaten of meer gebruikt om productiever te zijn. Nederland is een van de weinige landen waar de oudere professionals zich meer als supertasker zien. In de meeste landen zijn dat juist de jongere generatie-Y-professionals. Een meerderheid van de respondenten in de andere deelnemende landen denkt dat supertasking leidt tot hogere productiviteit. In Nederland meent echter een meerderheid dat supertasking juist zorgt voor meer fouten.
Bronnen: NU.nl, Cisco
