Op vrijdag 31 januari zijn de nieuwste dekkingsgraden van de pensioenfondsen bekend gemaakt. Op basis van deze gegevens blijkt dat de grootste pensioenfondsen in de publieke sector er op dit moment weer wat beter voor staan.
Het ABP, als grootste Nederlandse pensioenfonds, heeft laten weten dat een eerder aangekondigde pensioenverlaging van 0,5 procent niet doorgaat. De dekkingsgraad van het ABP steeg met 2,6 procentpunt ten opzichte van het derde kwartaal in 2013. De dekkingsgraad is daarmee in zoverre hersteld dat het een pensioenverlaging niet nodig acht.
De voorzitter van het ABP, Henk Brouwer, geeft hierbij wel een kanttekening. “De dekkingsgraad van ABP is in het vierde kwartaal voldoende hersteld, al staan we nog steeds dicht bij de minimumgrens”. Hiermee geeft hij aan dat de pensioenfondsen nog steeds voorzichtig moeten zijn en de pensioenen dit jaar niet mee zullen stijgen met de lonen en de prijzen.
Ook het pensioenfonds van de sector Zorg en Welzijn, het PFZW, ziet een stijging in haar dekkingsgraad. Dit heeft tot gevolg dat de pensioenuitkeringen verhoogd kunnen worden met
0,94 procent. Daarbij heeft het PFZW aangegeven dat volgend jaar de pensioenpremie niet zal stijgen.
Peter Borgdorff, directeur van PFZW, is blij met het bepaalde resultaat. Echter geeft ook hij aan dat het pensioenfonds er nog lang niet is. “Ook al lijkt het economisch herstel zich voort te zetten, de financiële markten schommelen nog steeds behoorlijk”. Hiermee geeft Peter Borgdorff ook aan dat we nog steeds voorzichtig moeten zijn.
Een dekkingsgraad geeft aan of een pensioenfonds in de toekomst aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Een dekkingsgraad van 105 procent geeft aan dat het pensioenfonds gezond is en ook daadwerkelijk aan deze betalingsverplichting kan voldoen. Omdat voorheen niet alle pensioenfondsen de gewenste dekkingsgraad konden halen moesten er enkele maatregelen getroffen worden. Verschillende pensioenfondsen hebben daarom hun pensioenuitkeringen moeten bevriezen of verlagen.
Bron: ABP, PFZW