Door de invoering van de definitieve belastingtarieven voor dit jaar, betalen de meeste Nederlandse werknemers per 1 april meer loonbelasting en houden daardoor netto minder loon over. Vergeleken met vorig jaar is er overigens nog altijd sprake van een belastingverlaging. Na behandeling van het Belastingplan door de Eerste Kamer dalen de tarieven alleen wat minder sterk dan eerst de bedoeling was.
De verhoging van het belastingtarief van 40,2 naar 40,4 procent werd pas in december bekend in het definitieve Belastingplan, waardoor deze per 1 januari jl. nog niet doorgevoerd kon worden. Per 1 april volgt een inhaalslag over de eerste drie maanden, waardoor de resterende negen maanden van dit jaar wordt gerekend met een tarief van 40,46 procent.
Medewerkers met een inkomen tot 1.750 euro bruto per maand (de eerste schijf) zien geen verschil. De hogere belastingtarieven gelden alleen voor de tweede en derde schijf. Mensen met een modaal inkomen gaan er netto 3 euro per maand op achteruit ten opzichte van 1 januari. Anderhalf keer modaal verdient netto bijna 7 euro minder per maand en twee keer modaal levert netto 10 euro in.
Doordat de overheidssector per 1 april ook nog eens meer ABP-pensioenpremie gaat betalen, is het verschil bij ambtenaren het grootst. Een ambtenaar met een inkomen van anderhalf keer modaal gaat er netto 11 euro per maand op achteruit; twee keer modaal verdient maandelijks 17 euro minder.
Bron: Nu.nl
