Ruim 28 jaar geleden startte Driessen Groep als klein adviesbureau op het gebied van personeelsadministratie. Inmiddels is het familiebedrijf uitgegroeid tot een ‘familie van bedrijven’ met acht bedrijven en 600 werknemers. Het motto van de Driessen Groep is: ‘Maakt werkgeluk mogelijk’.
“Werkgeluk kan iets zweverigs hebben, maar het is heel hard werken”, stelt CEO Jeroen Driessen in de elfde podcast van Ellen van Dieren over goed werkgeverschap, werkgeluk, vitaliteit en ademwerk. “Ik omschrijf werkgeluk als samen gave dingen doen die er toe doen. Dat omvat drie elementen. Ten eerste pleasure, het doen van leuke dingen in je werk. Op de tweede plaats purpose, werk verrichten dat er toe doet voor jezelf en voor anderen. ‘Samen’ is het derde onderdeel van werkgeluk. Die component is voor ons heel belangrijk.”
Volgens Driessen sluit werkgeluk aan op de trend dat werk en privé steeds meer in elkaar overlopen. “Werken is inmiddels zo belangrijk dat het een uitingsvorm voor mensen is geworden wie ze zijn. De werknemer met een volledig gescheiden werk- en privéleven is een achterhaald beeld. Het voordeel van het in elkaar overlopen van werk en privé is dat je mee-ademt met het ritme van de dag. Het nadeel is dat grenzen verdwijnen, want wanneer stop je dan met werken?”
“Als werkgever moet je de context creëren waarbinnen werkgeluk mogelijk is”, zegt Driessen. “Je kunt het niet inpakken in een doosje en aan iemand overhandigen. Mensen moeten het ook zelf doen.”
Driessen Groep hecht veel belang aan ‘samen’. Driessen: “Daarom komen mensen ook bij ons werken. We zijn wel groot, maar opgeknipt in kleinere onderdelen, zodat het kleinschalig kan blijven. Daar hoort gezamenlijk lunchen bijvoorbeeld bij en leuke verenigingen die samen dingen doen.” Lachend: “Het Brabantse Bourgondische zit erin. We proberen een gevoel van saamhorigheid centraal te stellen. Zonder dat we zeggen dat mensen geen eigen verantwoordelijkheid hebben.”
Driessen beklemtoont dat zijn bedrijf heel goed kijkt of de medewerkers hun werk wel leuk vinden. “Dat betekent dat we het er veel over hebben en blijven benoemen dat we leuk werk belangrijk vinden. Als dat niet het geval is dan presteren mensen minder, verzuimen ze meer en hebben klanten er last van. Je moet goed bij mensen nagaan wat ze van hun werk vinden. Menen ze het echt als ze zeggen dat hun werk leuk is of willen ze juist iets anders? Het is best moeilijk om zo’n gesprek te voeren.”
Daarnaast vindt Driessen het belangrijk dat duidelijk is dat de werkzaamheden van zijn bedrijf ertoe doen. “Ik wil dat onze bedrijven bekend staan als goede bedrijven met het hart en hoofd op de juiste plek, die werken voor de publieke zaak. Zo ervaren onze medewerkers ook dat wat ze doen echt belangrijk is.”
Hij gelooft enorm in groei. “Dat is geen ongebreidelde groei, maar het gevoel dat de dag van morgen net wat mooier is dan vandaag. Wil je groeien in een beperkte markt als de onze, dan moet je in de breedte groeien en nieuwe activiteiten bedenken die relevant zijn voor je opdrachtgevers. Dit jaar hebben we twee nieuwe bedrijven opgezet: Jeij, gericht op werving & selectie en Bloeij, een nieuw soort arbodienst die niet medisch georiënteerd is. We kijken in onze familie van bedrijven naar activiteiten die goed draaien met hoge klantscores. Die bouwen we dan uit naar een nieuw bedrijf.”
Driessen ziet een toename van de aandacht van werkgevers voor privézaken. “We werden er zelf bijvoorbeeld een aantal jaren terug mee geconfronteerd dat de werk-privébalans voor jonge ouders een grote uitdaging was. We moesten iets verzinnen en zijn kinderopvang gaan organiseren op de campus bij ons hoofdkantoor.”
De Driessen Groep profileert zich als familie. “Er is bij ons een emotionele connectie. Mensen gaan daardoor wel extra nadenken over wat er gebeurt als ze het werk opzeggen. Daar willen we zuiver over nadenken en geen misbruik van maken.”
Een eerste tip die Jeroen Driessen geeft aan bedrijven die met werkgeluk willen starten, is dat dat bij jezelf moet beginnen. “Als je het zelf niet hebt, hoe kan je het dan delen? Wil je iets verkopen aan een ander, dan moet je het ook echt zelf zo voelen. Ten tweede moet je het gewoon doen. Met name in grote organisaties wordt er vooral over gepraat. Er moet echter iemand zijn die begint te dansen bij een feest. Dan gaan de andere aanwezigen vanzelf meedoen. Maar je moet wel zorgen voor de dansvloer en leuke muziek.”
