Artikel
19 sep '19
19 september '19
10 min

Prinsjesdag 2019: de gevolgen voor HRM en de publieke sector

Op de derde dinsdag van september hebben we het collectief over hoedjes, geld, koetsen en inmiddels ook over baarden. Maar wij hebben het traditiegetrouw over de gevolgen van Prinsjesdag voor HRM en de overheid, het onderwijs en zorg & welzijn.

In de troonrede spreekt koning Willem-Alexander over de sterke economie die nodig is om met elkaar verder te bouwen aan een sterk Nederland. Om goede voorzieningen te kunnen bieden, in de vorm van o.a. een passend inkomen, goede en toegankelijke zorg, een opleiding die kansen biedt en een betaalbaar huis in een veilige buurt, is geld nodig. De vooruitzichten voor 2020 zijn nog altijd positief. De realiteit is ook dat Nederland de komende jaren in een fase van gematigde groei komt. Als open economie is Nederland sterk verweven met andere landen en daarmee ook gevoelig voor ontwikkelingen in de wereldeconomie. Er moet nagedacht worden over de vraag hoe Nederland in de toekomst zijn geld verdient en een land met goede voorzieningen kan blijven. Het kabinet heeft voor deze thema’s onderstaande maatregelen aangekondigd.

Werk en Inkomen 

Kindgebonden budget middeninkomens omhoog

Ouders met een middeninkomen krijgen in 2020 € 990,- extra kindgebonden budget. Ook komen meer ouders in aanmerking voor deze bijdrage in de kosten voor kinderen tot 18 jaar, zij ontvangen straks gemiddeld € 610,- per jaar. Het kabinet trekt hier ongeveer € 500 miljoen voor uit. 

Langer geboorteverlof voor partners

Vanaf 1 juli 2020 kan de partner van een moeder vijf weken geboorteverlof opnemen. De partner krijgt tijdens dit verlof 70% van het loon doorbetaald. Een langer geboorteverlof zorgt ervoor dat moeders, hun partner en het kind meer tijd hebben samen. Dit is niet alleen belangrijk voor het opbouwen van een goede band, maar ook kunnen de taken in en rond het huis vanaf het begin al eerlijker worden verdeeld.

Toekomstbestendig pensioen

Het pensioenakkoord maakt de opbouw van het pensioen persoonlijker en toekomstbestendiger. Door het akkoord stijgt de AOW-leeftijd minder snel en komt in 2024 uit op 67 jaar. Hiervoor is € 5 miljard opgenomen in de Rijksbegroting. In 2020 blijft de AOW-leeftijd 66 jaar en 4 maanden. De fiscale facilitering om individueel te sparen voor het pensioen wordt gelijkgetrokken met de fiscale facilitering die mensen via hun werkgever sparen. Zo krijgen zelfstandigen meer mogelijkheden om pensioen op te bouwen. Dit kost structureel € 100 miljoen per jaar. Ook wordt het mogelijk gemaakt om een gedeelte van de pensioenuitkering als bedrag ineens op te nemen, wat weer € 20 miljoen per jaar oplevert. Daarnaast stelt het kabinet incidenteel € 800 miljoen beschikbaar. Dit bedrag wordt in overleg met de sociale partners ingezet voor maatwerk op sectoraal of cao-niveau. Deze middelen worden onder andere gebruikt om werknemers duurzaam inzetbaar te houden, langer doorwerken te faciliteren en knelpunten te verminderen bij het realiseren van regelingen die vrijgesteld zijn van RVU-heffingen. Tot slot is er een structureel budget van € 10 miljoen per jaar voor duurzame inzetbaarheid om ervoor te zorgen dat mensen gezond en werkend hun pensioen kunnen halen.

Arbeidsmarkt

Werkgelegenheid

De arbeidsmarkt is nog steeds krap. De werkloosheid is momenteel erg laag. Naar verwachting neemt de werkloosheid iets toe, naar 3,5% in 2020, maar ook dat is historisch gezien laag. Het aantal vacatures bevond zich begin 2019 op een recordhoogte en het aantal banen blijft groeien. De loonontwikkeling is momenteel niet hoog in verhouding tot de krapte op de arbeidsmarkt.  

Arbeidsparticipatie

De afgelopen decennia is, met name door de verdere toetreding van vrouwen tot de arbeidsmarkt, het aantal Nederlanders dat werkt of werk zoekt spectaculair toegenomen. Maar de groei van het aantal werkenden loopt de komende decennia terug, vooral als gevolg van vergrijzing. Hoewel de pensioenleeftijd ook toeneemt, moet de Nederlandse welvaart door een steeds kleinere groep werkenden worden verdiend.

Het opleidingsniveau in Nederland is redelijk hoog, het aantal vroegtijdige schoolverlaters is laag en veel mensen zijn aan het werk. Nederland hoort bij de landen met de hoogste arbeidsparticipatie ter wereld. Tegelijkertijd is er een aantal uitdagingen: veel mensen in Nederland werken in deeltijd, de arbeidsmarkt is nog niet volledig toegerust op de toekomst en het onderwijs staat voor uitdagingen.

Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB)

In Nederland hebben relatief veel mensen een flexibel dienstverband of werken als zzp’er. Zij dragen bij aan de concurrentiekracht, dynamiek en flexibiliteit van de Nederlandse arbeidsmarkt en economie. Toch zijn er ook zorgen. De heterogeniteit onder met name zzp’ers is groot en hoewel het met veel van hen goed gaat is er ook een groep (schijn)zelfstandigen ontstaan die grote onzekerheid ervaart over werk en inkomen. Slechts 20% van de zzp’ers is verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid en zelfstandigen kennen een hoger armoederisico dan werknemers. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat de toename van het aantal zzp’ers druk uitoefent op de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit in Nederland. Het kabinet treft daarom een breed pakket aan maatregelen om de ongewenste effecten van de toename van flexibele dienstverbanden en zelfstandigen tegen te gaan door de institutionele verschillen tussen groepen te verkleinen. Zo verkleint de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB, die begin 2019 is aangenomen), de verschillen tussen vast en flexibel werkenden. De Commissie Regulering van Werk onderzoekt welke meer fundamentele aanpassingen nodig zijn om het arbeidsmarktbeleid toekomstbestendig te maken. Naar verwachting verschijnt het advies van de commissie eind 2019.  

Gemeenten

Mensen met schuld krijgen eerder hulp van de gemeente

Mensen die in de schulden dreigen te raken, krijgen in 2020 eerder hulp van de gemeente. Zo gaan onder andere woningbouwverenigingen en energiebedrijven gemeenten sneller waarschuwen als zij zien dat hun klanten hun rekeningen niet betalen. Hierdoor kan de gemeente tijdens een hulpverleningstraject beter een passend plan van aanpak maken. Zo probeert de overheid te voorkomen dat mensen in de schulden raken. En als ze in de schulden zitten hen er snel uit te helpen. Hiervoor wijzigt de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Jeugdzorg

Het kabinet stelt een extra budget beschikbaar voor de knelpunten in de jeugdhulp. Gemeenten zijn nog volop bezig om het transformatiedoel van de decentralisaties te realiseren. Daardoor is het budget in veel gemeenten niet toereikend en komt het kabinet de gemeenten de komende jaren tegemoet met een extra budget van in totaal € 420 miljoen in 2019, € 300 miljoen in 2020 en € 300 miljoen in 2021. Daarnaast wordt er met gemeenten afgesproken dat er in het najaar van 2020 een nieuw onderzoek wordt afgerond over de volume- en uitgavenontwikkeling en beheersing.

Woningmarkt

Er komt € 2 miljard beschikbaar om te zorgen dat starters en middeninkomens sneller een woning kunnen vinden. Daarvan is € 1 miljard bedoeld om betaalbare woningen te bouwen in schaarstegebieden, inclusief de financiering van de daarvoor nodige infrastructuur, het opvangen van de potentiële gevolgen van de stikstofuitspraak voor de woningbouw en het zorgdragen voor een kwalitatief goede leefomgeving.

Vroeg- en voorschoolse educatie (vve)

In Nederland kunnen peuters en kleuters met een risico op een taal- of ontwikkelachterstand in hun jonge jaren door vve worden ondersteund. Hierdoor beginnen zij de basisschool niet met een (grote) achterstand. De situatie in Nederland is voor verbetering vatbaar: de kwaliteit kan hoger, het opleidingsniveau van vve-medewerkers kan omhoog en kinderen kunnen meer uren volgen. Daarnaast wordt niet altijd de doelgroep bereikt: niet alle gemeenten hebben hun doelgroep goed in beeld en in een kwart van de gemeenten zijn niet genoeg plaatsen voor alle kinderen met een risico op een achterstand. Het kabinet benadrukt het belang van vve en heeft structureel € 170 miljoen extra beschikbaar gesteld aan gemeenten en scholen, de partijen die verantwoordelijk zijn voor vve.

Samenwerking tussen decentrale overheid en Rijksoverheid

Alle overheidslagen zijn betrokken bij de transitie naar duurzame energie en ontwikkelingen in het sociaal domein. Oplossingen voor deze maatschappelijke opgaven komen pas binnen bereik wanneer gemeente, provincies, waterschappen en het Rijk samenwerken. Het kabinet heeft extra middelen vrij gemaakt voor gemeenten en provincies. Decentrale overheden zijn in deze kabinetsperiode gezamenlijk aan de slag gegaan met verschillende programma’s, regio- en woondeals.

Onderwijs

Lerarensalarissen

Het probleem van het lerarentekort is nijpend. De regering blijft stimuleren dat er meer mensen kiezen voor het beroep van leerkracht. Sinds 2018 zijn daarom de salarissen in het primair onderwijs permanent verhoogd. Net als in 2018 en 2019 is hiervoor in 2020 € 270 miljoen beschikbaar. Het kabinet doet deze investering om het vak van leraar aantrekkelijker te maken. Met een lagere werkdruk en meer werkplezier.

Verlaging werkdruk primair onderwijs

Voor scholen in het primair onderwijs is er in 2020 € 333 miljoen beschikbaar om de werkdruk te verlagen. Scholen mogen zelf bepalen hoe ze de werkdruk aanpakken. Bijvoorbeeld door meer personeel aan te nemen of kleinere klassen te vormen.  

Halvering collegegeld in 2020

Om instroom bij de PABO’s te bevorderen, betalen studenten ook in 2020 voor hun eerste collegejaar slechts 50% van het collegegeld. Voor studenten aan een lerarenopleiding gaat het om de eerste twee jaar. Dit geldt voorlopig voor alle studenten die in de toekomst voor het eerst gaan studeren. Het kabinet stelt hier in 2020 € 165 miljoen voor beschikbaar, oplopend naar € 175 miljoen structureel.

Verbetering van onderwijskwaliteit

In 2020 is er extra geld (€ 120 miljoen, waarvan € 100 miljoen structureel) beschikbaar voor de verbetering van het technisch vmbo. Met dit geld kunnen scholen bijvoorbeeld lesmaterialen kopen of extra personeel aannemen voor technische keuzevakken.

Scholen krijgen vanaf 2020 structureel € 15 miljoen extra om achterstanden van kinderen in het onderwijs tegen te gaan (onderwijsachterstandenbeleid). Daarnaast is er structureel € 15 miljoen extra beschikbaar voor meer ondersteuning voor hoogbegaafde kinderen.

Stimuleren wetenschappelijk onderzoek 

Ook in 2020 blijft het kabinet zich inzetten voor wetenschappelijk onderzoek. Het doel is om specifieke projecten mogelijk te maken in de sfeer van kennisontwikkeling, innovatie en infrastructuur, die het fundament onder de economie van de toekomst sterker maken.  

Het kabinet richt zich o.a. op:

  • Verbinding met de samenleving: er wordt ingezet op de Nationale wetenschapsagenda voor vernieuwend en maatschappelijk relevant onderzoek. Vanaf 2020 loopt het budget hiervoor op tot € 130 miljoen per jaar. 
  • Opleiden en vasthouden van talent: er wordt ingezet op het vergroten van diversiteit door o.a. het opleiden van meer vrouwen in de bètawetenschappen en het vergroten van het aantal onderzoekers met een migratieachtergrond. Het kabinet stelt hiervoor per jaar € 5 miljoen beschikbaar.
  • Wereldwijze Nederlandse impact: om mee te doen in de wereldwijde top reserveert Nederland bijvoorbeeld € 20 miljoen per jaar voor een nieuwe digitale onderzoeksinfrastructuur. Daarnaast wordt ruim € 30 miljoen gereserveerd voor onderzoeksfaciliteiten van wereldformaat.

Zorg & welzijn

Gemiddeld leven we steeds langer. Daarmee stijgt het aantal chronische aandoeningen en is er steeds meer zorg nodig, terwijl er grenzen zijn aan de beschikbaarheid van mensen en middelen. In 2020 wordt er € 50 miljoen extra uitgetrokken om enerzijds mensen in de zorg op te leiden en anderzijds zorgprofessionals te behouden voor de sector. Dit geld komt bovenop de € 370 miljoen die het kabinet al eerder beschikbaar stelde. Op deze manier intensiveert het kabinet het programma ‘Werken in de zorg’. Dit programma is erop gericht om te zorgen voor voldoende medewerkers die goed zijn toegerust voor het werken in de zorg en die hier ook tevreden over zijn. Minister de Jonge van volksgezondheid stelt: “We moeten ervoor zorgen dat het prettig werken is in de zorg. Minder overbodige regels, een normale werkdruk en vaste contracten.” Hierdoor krijgen bijvoorbeeld medewerkers in verpleeghuizen meer tijd en ruimte om persoonlijke aandacht te geven aan bewoners.

Benieuwd naar de gevolgen van Prinsjesdag voor PSA? Deze lees je hier.

Bron: Rijksoverheid.nl, Integrale tekst Troonrede, Miljoenennota

Miriam Teunissen
HRM consultant bij Reijn