De media staan momenteel vol met berichtgeving over het sociaal akkoord dat onlangs tot stand is gekomen. Verschillende partijen geven uitleg over de hoofdpunten of over specifieke consequenties op het vlak van met name WW, ontslagrecht, arbeidsquotum, flexibele arbeid en jeugdwerkloosheid. De meningen over de genomen beslissingen (of juist het uitstel daarvan) en over verdere uitwerkingen lopen sterk uiteen. Hieronder een aantal relevante reacties op het sociaal akkoord vanuit de publieke sector.
De VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) eist een spoedig overleg met het kabinet en de sociale partners over het sociaal akkoord omdat het zorgen heeft over de consequenties voor gemeenten. “Er is veel gesproken over ons, maar nog niet met ons”, aldus een woordvoerder. De gemeenten vrezen vooral hogere kosten bij het oprichten van 35 verschillende werkbedrijven en het aan het werk helpen van mensen in sociale werkplaatsen.
“Voor het kabinet en de sociale partners mag het sociaal akkoord dan een eindpunt van onderhandelingen zijn, voor gemeenten is het een beginpunt”, aldus de VNG. Volgens de gemeenten betekent het sociaal akkoord een rem op de voorgenomen decentralisaties in het regeerakkoord, waarin gemeenten een grotere verantwoordelijkheid zouden krijgen om maatwerk te leveren over werk en zorg.
De PO-Raad (de vereniging van schoolbesturen in het primair onderwijs) ziet in het bereikte sociaal akkoord een aantal zaken die van belang zijn voor het primair onderwijs. Het uitstellen van de bezuinigingen voor 2014 is daarbij van groot belang. Het kan betekenen dat er in 2014, vijf jaar na de laatste loonsverhoging, weer wat ruimte ontstaat voor de medewerkers in het primair onderwijs. De PO-Raad zou dit van harte toejuichen. Maar het is nog niet zeker omdat het definitieve besluit na de zomer moet worden genomen. Voor de scholen is vooral de vraag of er in de bekostiging ruimte wordt gegeven voor loonsverhoging.
Met dit sociaal akkoord komt ook volgens de VO-Raad (de vereniging van schoolbesturen in het voortgezet onderwijs) een einde aan een te lange periode waarin de medewerkers in het voortgezet onderwijs op de nullijn zijn gezet. Dit akkoord biedt dus loonruimte en daar is de onderwijsarbeidsmarkt op dit moment zeker bij gebaat. Een richting die het onderwijs sterker moet maken, bijvoorbeeld door het doen van investeringen, blijft echter onbesproken in het akkoord. En dat is juist een gemiste kans, zo stelt de VO-Raad.
Zowel vakbonden als werkgeversorganisaties maken zich zorgen. ‘Onze achterban verwacht dat het kabinet oplossingen formuleert voor het dreigende massaontslag in de huishoudelijke hulp’, zegt voorzitter Corrie van Brenk van Abvakabo FNV. Ook Aad Koster, directeur van ActiZ (de landelijke brancheorganisatie van ondernemers in de verpleeg- en verzorgingshuiszorg, thuiszorg, jeugdgezond-heid- en kraamzorg), is niet gerust op de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de zorg. ‘Deze sector heeft nog steeds een bezuiniging van miljarden euro’s te verhapstukken. Ik wil de euforie die heerst over dit akkoord niet teniet doen, maar er dreigen wel duizenden mensen zonder baan te komen zitten.’ Van Brenk wil bovendien van het kabinet de garantie dat de afschaffing van de nullijn in de zorg definitief is. Als de economie niet aantrekt kunnen we alsnog een nullijn verwachten. Dat willen we van tafel hebben.’
Over het schrappen van de nul-urencontracten zijn Koster en Van Brenk het niet met elkaar eens. Van Brenk ziet de afschaffing als een goede zaak, terwijl Koster er grote moeite mee heeft. Volgens de ActiZ-directeur zijn werkgevers voor een transitie in de zorg maar willen zij wel flexibel kunnen reageren op alle veranderingen.
In deze fase is het sociaal akkoord nog een onderhandelaarsakkoord. De afspraken moeten nog worden goedgekeurd door de achterbannen van de vakbonden en werkgevers. Ook zal het kabinet nog het parlement om steun vragen voor de afspraken. Inmiddels hebben afgelopen zaterdag alle 18 FNV-bonden, dus ook de kritische Abvakabo, tijdens hun Federatieraad unaniem voor het sociaal akkoord gestemd. Wel vinden nog verdere onderhandelingen plaats tussen kabinet, werkgevers en vakbonden over het zorgakkoord, dat los staat van het sociaal akkoord. Van Brenk ziet namelijk voldoende alternatieven om het dreigende banenverlies in de zorg te voorkomen en denkt dat er elders in de zorg genoeg plaatsen zijn waar bespaard kan worden om goede thuiszorg overeind te houden.
Bovenstaande reacties geven al aan dat iedere werkgeversorganisatie en vakbond zich richt op sectorspecifieke consequenties. Vanzelfsprekend zijn in de relevante (HRM-)vakbladen en websites nog meer reacties te lezen. Wilt u meer weten over de inhoud van het sociaal akkoord? Lees dan: Samenvatting: afspraken uit het sociaal akkoord.
Bron: Nu.nl, ZorgVisie, PO-Raad, VO-Raad