Met de inwerkingtreding van de WWZ zijn met ingang van 1 januari 2016 versoberingen in de WW aangebracht. Hierdoor worden WW-rechten minder snel opgebouwd en is de maximale duur van de WW teruggebracht. De nieuwe situatie is als volgt:
Over de eerste 10 jaar van zijn loopbaan bouwt een medewerker per gewerkt kalenderjaar 1 maand WW op en daarna een halve maand per jaar. Alle kalenderjaren tot 1 januari 2016 blijven tellen voor 1 maand, ook als dit meer is dan 10 jaar.
De maximale duur van de WW wordt geleidelijk teruggebracht van 38 naar 24 maanden. Dit gebeurt met 1 maand per kwartaal. Vanaf 1 april 2019 is de WW- duur nog maximaal 24 maanden.
Bij de Cao-onderhandelingen in 2013 is afgesproken om de WW-aanspraken van medewerkers per 1 januari 2016 te versoberen. Deze versoberingen kunnen worden gerepareerd. De Stichting van de Arbeid heeft in 2015 geadviseerd om medewerkers deze reparatie zelf te laten betalen door middel van een kostendekkende premie. Beide adviezen zijn in de Cao Gemeenten 2016 – 1 mei 2017 opgevolgd en hebben geleid tot de volgende afspraken:
Medewerkers die op of na 1 januari 2016 ontslagen zijn of worden hebben recht op deze reparatie, ook al is deze nog niet in CAR-UWO tekst omgezet. Het is momenteel nog niet mogelijk om de CAR-UWO aan te passen aan de reparatie van de WW, onder andere omdat er nog geen methodiek voor premievaststelling is vastgesteld. De effecten van de wijzigingen in opbouw en afbouw van de maximale wettelijke WW-duur worden pas aan het einde van de WW-periode merkbaar.
In 2017 volgt meer informatie over de definitieve hoogte van de premie voor de reparatie van de WW. In dat jaar zullen de afspraken over de WW-reparatie hun beslag krijgen in de CAR-UWO.
Bron: Loga-circulaire