In mijn werk kom ik zoveel mensen tegen met inspirerende verhalen over waar ze mee bezig zijn en waar ze tegenaan lopen.

Zo was ik laatst bij een lezing van Bart Götte, business futurist van de Universiteit Amsterdam. Hij vertelde dat onze huidige manier van werken absoluut niet volstaat om in de toekomst aan de zorgvraag te voldoen. Maar ook het verhaal van mijn 22-jarige nichtje die vertelt dat ze klappen heeft gehad van een cliënt met complexe problematiek. En dat terwijl die cliënt niet op hun afdeling hoort, maar niet naar de juiste afdeling kan omdat daar een personeelstekort is. Of een leidinggevende die het zwaar valt dat ze een beroep op teamleden moet doen om extra te werken. Alle verhalen illustreren de krapte op de arbeidsmarkt en de urgentie om er wat aan te doen.

Te krappe jas

Maar het vraagstuk is veelzijdig en complex. Om het voor mezelf eenvoudiger te maken, zodat oplossingsrichtingen zichtbaar worden, stel ik me de arbeidsmarktkrapte voor als een te krappe jas. Dan kun je een aantal dingen doen; het accepteren, een grotere jas kopen of wat kilo’s afvallen. Accepteren gaat niet want de jas zit zo strak dat ze op het punt staat om open te knappen. Grotere jassen zijn niet verkrijgbaar, dus je moet afvallen zodat je de krappe jas kunt behouden.

Dit eenvoudige voorbeeld geldt ook voor de krapte op de arbeidsmarkt. Om ruimte te creëren, zodat de arbeidsmarkt beter past, moeten we afvallen. We kunnen arbeidsmarktkrapte niet accepteren, gezien de hoge werkdruk en professionals die uitvallen. We kunnen ook niet groeien, want het aanbod van nieuwe professionals is te laag.

Voorkomen van de zorgvraag

Welke mogelijkheden hebben we dan om af te vallen? Er zijn twee belangrijke oplossingsrichtingen. De eerste is het voorkomen dat mensen onnodig in het zorgproces komen. Een mooi voorbeeld hiervan is de werkwijze van de ledenorganisatie van Espria. Leden kunnen een ledenadviseur raadplegen. Vervolgens wordt samen gekeken naar wat nodig is en of iemand het zelf kan regelen. Ook het groeiend aantal burgerinitiatieven, waarin bewoners naar elkaar omkijken, draagt bij aan het verminderen van de zorgvraag.

Anders werken en organiseren

De tweede oplossingsrichting gaat over het anders werken en organiseren. Hierbij is een aantal onderwerpen belangrijk: herdefiniëren van wat we onder zorg verstaan, behoud van zorgprofessionals, productiviteit verhogen en meer werkuren. Concreet betekent dit zorgen voor een optimaal organisatieklimaat, een succesvol werving- & selectieprogramma en een optimale inwerkperiode. Maar ook stoppen met kansloze projecten, taken en registratie en werken met minder regels en KPI’s. En zo kan ik nog wel even doorgaan: maximaal inzetten van technische innovaties en digitalisering voor het eigen werk en voor het vergroten van de eigen regie bij mensen. Verlagen van de werkdruk, stimuleren van uitbreiding contracturen en meer werkuren tijdens de opleiding.

Bart Götte tikte in zijn lezing trouwens nog twee interessante aandachtspunten aan. Zo loopt Nederland voorop in vrijwilligerswerk. Dit zijn veel belangrijke uren die niet zomaar in het arbeidsproces ingezet kunnen worden. Daarnaast toont onderzoek aan dat ondanks de invoering van AI en technologie de arbeidsproductiviteit niet groeit. Ook blijkt dat bij de invoering van nieuwe technologie zorgprofessionals altijd de eerste keren kijken of het wel goed is gedaan. Hierdoor doen ze het werk dubbel.

De meest hoopvolle opmerking van Bart Götte is dat de arbeidsmarkt niet krap is, maar dat we het krap hebben georganiseerd. Hierbij voel ik direct ruimte om te denken in oplossingen en los te komen van onze ingesleten systemen en gewoontes. Dit klikt allemaal logisch en het zijn onderwerpen waar je ongetwijfeld mee bezig bent. Dus als het niet nieuw voor je is, wil ik je aanmoedigen om door te gaan met experimenteren, exploreren en versnellen. Want we hebben geen tijd te verliezen.

Anouk ten Arve
Principal arbeidsmarktvraagstukken en inzetbaarheid