Werkgeversvereniging AWVN vroeg haar leden hoe ze werknemers met schoolgaande kinderen ondersteunen. Dat gebeurt in veel gevallen, maar er zijn ook schrijnende situaties waarvoor niet direct een oplossing bestaat. AWVN bepleit daarom bij het demissionaire kabinet voor de invoering van tijdelijk coronaverlof.
De meeste mensen kunnen wel enkele dagen arbeid en zorg voor hun kinderen combineren. Dat begint echter met de tweede lockdown in een jaar met bovendien een verlengde schoolsluiting voor veel ouders teveel te worden. Werkgevers merken dat werknemers met schoolgaande kinderen het moeilijk hebben met het afronden van hun werk of het tijdig (digitaal) aanwezig zijn.
Ingewikkeld zijn de situaties met buitenshuis-werkende ouders, die in de gezondheidszorg, de maakindustrie, een supermarkt of de logistiek werken. De thuiswerkende ouder moet dan bijna de hele zorg voor de kinderen op zich nemen. Daarbij is in eenoudergezinnen werk en zorg helemaal niet te spreiden en ligt alle druk op een paar schouders. Hierdoor komen ook werknemers zonder schoolgaande kinderen onder druk te staan, omdat zij werk van hun collega’s overnemen. Bijna iedere werknemer heeft zo te maken met de gevolgen van de schoolsluiting.
Volgens AWVN beseffen werkgevers heel duidelijk hoeveel moeite het de thuiswerkende ouders kost om in evenwicht te blijven. De werkgeversorganisatie ziet hierbij de volgende vijf maatregelen en initiatieven.
Werkgevers kunnen de ‘combinatiedruk’ van werknemers verminderen door ze te ontzien op momenten dat het thuis het drukst is. Hierbij kiezen verreweg de meest werkgevers ervoor om te stoppen met vaste werktijden. Werknemers kunnen hun uren ook buiten de kantooruren over de hele dag spreiden en eventueel in shifts met de andere ouder werken. Daarnaast kunnen ze hun werktijd verdelen over meerdere dagen in de week.
Verder maken werkgevers de afspraak met werknemers dat deze uren mogen overslaan om deze later in te halen. Dat is vooral een uitkomst voor organisaties met toch al minder werk door de crisis. Ook hebben sommige organisaties hun overlegmomenten gewijzigd. Ze stappen af van de gewoonte om deze aan het begin van de werkdag of vlak na de lunchpauze te houden. Dan is het namelijk juist het drukst in veel huishoudens.
Volgens AWVN liggen er wel grenzen aan het toepassen van flexibele werktijden. Als werknemers ’s avonds of in het weekend hun achterstanden inhalen, kan dat leiden tot werkstress en uiteindelijk ziekteverzuim. Werkgevers kunnen dit voorkomen met de afspraak dat medewerkers in principe onbereikbaar zijn na een bepaalde tijd of op bepaalde dagen. Dat kan bijvoorbeeld doordeweeks na 20.00 uur zijn en/of in het weekend.
AWVN geeft aan dat werkgevers en werknemers ook het werk zelf anders kunnen inrichten om zo voor verlichting te zorgen. Sommige organisaties werken daarom met buddy’s. Daarbij zijn collega’s achtervang voor elkaar bij dringende thuissituaties die voorrang moeten krijgen. Verder kijken veel leidinggevenden met hun medewerkers welke werkzaamheden die kunnen uitstellen. Dat kan bijvoorbeeld via het verleggen van een deadline of het later uitvoeren van een project als dat zonder grote problemen kan.
Ook kunnen werkgevers en werknemers een tijdelijke verschuiving in het takenpakket afspreken. Denk aan het overslaan van videovergaderingen of werk dat vraagt om een hoge concentratie dat voor sommige ouders moeilijk te doen is. Zij kunnen in plaats daarvan kleinere klussen doen, die ze zelfstandig uit kunnen voeren.
Werkgevers kunnen werknemers voor wie de combinatie werken en zorgen echt te zwaar is, ruimte bieden om het rustiger aan te doen. Het is volgens AWVN begrijpelijk dat werknemers daarvoor niet al hun verlof willen opmaken. Dat verlof is ook niet bedoeld om mensen te laten herstellen.
Een aantal werkgevers is daarom met een ‘samsam-regeling’ gekomen. Hierbij komt de helft van het opgenomen verlof voor rekening van de werkgever en de helft voor rekening van de werknemer met schoolgaande kinderen. Daarnaast werken sommige werkgevers die een urenregistratie hebben met speciale corona-uren. Hierbij kan iedere werknemer volgens eigen inzicht een aantal uur per week registreren als corona-uren. De werkgever trekt deze dan niet van het verlofsaldo.
Voor geconcentreerd werken of even rust kan het een uitkomst zijn als de kinderen enkele uren worden opgevangen. Alleen in uitzonderlijke situaties is noodopvang mogelijk. Daarom organiseren veel mensen opvang in hun familie- en vriendenkring. Is dat lastig dan kunnen werkgevers ondersteunen.
Er zijn volgens AWVN werkgevers die werknemers wijzen op de mogelijkheden van oppas- en leerkrachtplatformen of lokale initiatieven. Het kan daarbij gaan om ouders die samen een thuisonderwijspool regelen, waardoor ze minder uren per week thuisonderwijs hoeven te geven. Werkgevers kunnen het oprichten van dergelijke pools bevorderen. Daarnaast zijn er werkgevers die ouders (ongebruikte) devices zoals computers of tablets geven, waarmee kinderen gemakkelijker thuisonderwijs kunnen volgen.
Verder kan een werkgever werknemers met weinig middelen of zonder uitgebreid eigen netwerk een oppasvergoeding verstrekken tijdens lockdowns. Ook kunnen werkgevers met werknemers met schoolgaande kinderen en met voldoende middelen zelf een opvang- of leervoorziening starten. Dat is het gemakkelijkst voor organisaties waar werken op locatie noodzakelijk is. Hun locatie is al coronaproof ingericht en een opvang ter plekke zorgt dan niet of nauwelijks voor meer reisbewegingen.
Werkgevers moeten er volgens AWVN speciaal op letten dat werknemers zich psychisch niet overbelasten. Ze doen er daarom extra goed aan om aandacht te schenken aan de mentale gezondheid van hun personeel. Dat kan met een aanspreekpunt waar werknemers snel om hulp of steun kunnen vragen. Verder kunnen werkgevers ‘opladen’ expliciet onderdeel van de werkweek maken. Dat kan bijvoorbeeld door van een teamvergadering een wandelmoment te maken en rust- en pauzemomenten in te plannen. Ook kunnen werkgevers hun werknemers erop wijzen dat ze onder werktijd het beste even een korte wandeling kunnen maken.
AWVN beklemtoont dat de mogelijkheden van werkgevers en de flexibiliteit van werknemers niet oneindig zijn. Organisaties die al een crisis doormaken, raken in grote problemen bij beperkte inzetbaarheid van hun werknemers. Tegelijk moeten ze salarissen wel doorbetalen. Voor deze werkgevers is er geen financiële ruimte om werknemers extra te ondersteunen. AWVN stelt daarom de invoering van een tijdelijk coronaverlof voor. Dat zou onderdeel moeten zijn van het komende steunpakket van de overheid. Het kabinet is hierin tot nu toe niet meegegaan, hoewel ook ouderorganisaties en vakbonden willen dat het coronaverlof er komt.
Het tijdelijk coronaverlof zou moeten bestaan uit compensatie van loon voor werkgevers met werknemers met schoolgaande kinderen die hun werk niet kunnen doen, maar aan wie ze wel loon moeten doorbetalen. Dit verlof zou ook moeten gelden voor werknemers die in quarantaine zitten of een testresultaat afwachten en die niet vanuit huis kunnen werken. Werkgevers betalen dan ook loon door, terwijl werknemers geen werk doen en bijvoorbeeld een verzuimverzekering ook geen compensatie biedt.
Verder vindt AWVN dat er voor werkgevers en werknemers een goede leerondersteuning voor kinderen zou moeten komen. Net als in het Verenigd Koninkrijk zou er in Nederland ‘lockdown-leren’ kunnen komen door het nemen van educatieve initiatieven. Een voorbeeld is een uitbreiding van de programmering van SchoolTV. Daarnaast zou de overheid succesvolle online-lesmodules voor meer kinderen toegankelijk kunnen maken. Dan staat er minder druk op ouders en docenten om kinderen hun dag goed te laten invullen.
Bron: HR Praktijk