De Tweede Kamer heeft gisteren de wet Werk en Zekerheid aangenomen. Minister Asscher is blij met de ruime steun voor zijn wet. De Wet Werk en Zekerheid bevat een uitwerking van het sociaal akkoord dat het kabinet vorig jaar met vakbonden en werkgevers heeft gesloten. Deze wet zorgt voor een hervorming van het ontslagrecht en de WW en richt zich ook op de positie van flexwerkers.
Maatregelen
Door de Wet Werk en Zekerheid stromen werknemers met flexibele contracten eerder door naar een vast contract. Daarnaast wordt het ontslagrecht aangepast, zodat vaste en tijdelijke werknemers bij ontslag een transitievergoeding krijgen. Tenslotte richt de WW richt zich door de nieuwe wet meer op werk.
Ketenbepaling
De invoering van de aanpassing van de ketenbepaling (die ook benoemd wordt in de Wet Werk en Zekerheid) is opgeschoven naar 1 juli 2015. Minister Asscher wilde in eerste instantie dat flexwerkers al vanaf 1 juli dit jaar na twee jaar recht krijgen op een vast contract, in plaats van na drie jaar zoals nu nog het geval is. De opvolgingsperiode – de onderbreking van de keten – wordt verlengd van drie naar zes maanden. Een Kamermeerderheid heeft om uitstel gevraagd uit vrees dat die maatregel averechts zal werken, gezien de economische crisis. VVD en D66 hebben daarom vorige week verzocht om het flexvoorstel pas op 1 juli 2015 te laten ingaan. Asscher ging daarmee akkoord.
Ontslag
De preventieve ontslagtoets blijft en er komt een vast voorgeschreven route: ontslag om bedrijfseconomische reden en wegens langdurige arbeidsongeschiktheid gaan via het UWV en ontslag om persoonlijke redenen gaat via de kantonrechter. De procedures zullen minder tijd kosten. Nu krijgt de ene werknemer, via de kantonrechter, een ontslagvergoeding, terwijl de andere werknemer, via het UWV, geen ontslagvergoeding krijgt. Dat verschil komt te vervallen.
Transitievergoeding
Alle werknemers krijgen na een arbeidsovereenkomst van ten minste twee jaar recht op deze vergoeding die gebruikt kan worden voor scholing en om over te stappen naar een andere baan of een ander beroep. Voor de kleine bedrijven komt een overgangstermijn, zij mogen tot 2020 een lagere ontslagvergoeding betalen als zij personeel gedwongen moeten ontslaan vanwege een slechte financiële situatie. De vergoeding wordt maximaal € 75.000, en maximaal een jaarsalaris voor mensen die meer verdienen dan € 75.000 per jaar.
WW
De maximale duur van door de overheid betaalde WW wordt van 1 januari 2016 tot 2019 stapje voor stapje teruggebracht van 38 naar 24 maanden. Werkgevers en werknemers kunnen in de cao afspraken maken om de WW-uitkeringen na 24 maanden – tot 38 maanden – zelf te betalen.
Van mensen die langer dan een half jaar in de WW zitten, wordt verwacht dat ze al het beschikbare werk aanvaarden. Als mensen dan minder loon krijgen dan de WW-uitkering bedraagt, wordt dat bedrag aangevuld vanuit de WW, zodat werken vanuit de WW altijd loont.
Het wetsvoorstel wordt vervolgd in de Eerste Kamer
Bron: rijksoverheid.nl