Medewerkers krijgen steeds meer last van de coronamaatregelen. Ze kunnen door de stress opgebrand raken en een burn-out krijgen, maar ook een bore-out door voortdurende verveling. Gangbare adviezen zoals een rondje wandelen en structuur houden tijdens je dag helpen medewerkers niet meer om gemotiveerd thuis te werken. Hoe kan je hier als werkgever het beste mee omgaan?
Uit onderzoek van Intermediair en Panel Inzicht onder ruim 1000 respondenten blijkt dat veel mensen echt beginnen te lijden onder de coronacrisis. Ruim de helft (52%) van de onderzoekdeelnemers heeft tijdens deze tweede lockdown veel stress. Meer dan de helft kent het stressniveau een zes of hoger toe op een schaal van een tot tien. De eerste lockdown viel ook niet mee, maar 38 procent van de ondervraagden vindt de tweede lockdown nog stressvoller. Voor bijna de helft (49%) is vooral de uitzichtloosheid van de situatie een grote stressfactor. Daarna komen het sociale isolement (46%) en het ontbreken van voldoende ontspanningsmogelijkheden (44%). Verder ervaren veel respondenten die het stressniveau een zes of hoger geven, moeheid met weinig energie (55%), gespannenheid (51%) en somberte (47%).
De hoge stresspercentages zijn zorgwekkend, omdat ze kunnen zorgen voor een stijging van het aantal burn-outs. Het hoeft echter niet altijd een burn-out te betreffen. Bij de huidige klachten van veel mensen kan het ook om een bore-out gaan. De symptomen daarvan lijken op die van een burn-out, maar ontstaan niet door overbelasting. Ze zijn juist het gevolg van onderbelasting en verveling. Dergelijke klachten ontstaan onder andere doordat de aan de medewerker gestelde eisen te laag zijn of doordat de medewerker te weinig steun krijgt in zijn werk. Daarnaast kan het te maken hebben met de aard van het werk. Als medewerkers kantoorwerk doen, zullen ze de resultaten van hun werk vaak niet snel terugzien. Als werkgever kun je een bore-out soms lastig onderkennen doordat medewerkers doen alsof ze het heel druk hebben.
Met de coronacrisis hebben medewerkers meer kans op een bore-out. Ze hebben bij thuiswerken minder afwisseling dan op kantoor. Hierdoor krijgen medewerkers te weinig prikkels. Ook ontbreekt het bij de leidinggevende aan zicht op het werk van de medewerker. Arbeidspsycholoog Tosca Gort zegt in de Volkskrant dat je een bore-out kunt krijgen als je de hele dag met dingen bezig bent die je niet wilt doen. Denk aan het afruimen van de eettafel en doen van de afwas, terwijl je aan de slag wilt met een nieuw rapport. Volgens Gort raken veel thuiswerkers gedemotiveerd doordat ze het leven saai vinden.
Het is belangrijk dat je als werkgever extra let op mogelijke tekenen van een bore-out bij medewerkers. Dat kan onder andere door goed in contact te blijven met je medewerkers. Als medewerkers het al langer niet naar hun zin hebben in hun werk, dan kan dit het juiste moment voor hen zijn om zich te richten op andere werkzaamheden of misschien wel een nieuwe baan. Je kunt daarvoor bijvoorbeeld in overleg met de medewerker een loopbaanadviseur of arbeidspsycholoog inschakelen. Volgens Gort is het goed als medewerkers vooruitgang blijven realiseren door zichzelf doelen te stellen in hun werk. Daarnaast stelt ze dat medewerkers zich ook tijdens het thuiswerken moeten blijven ontwikkelen. Ze benadrukt dat dat goed is voor de hersenen. Stimuleer je medewerkers daarom om doelen voor hun werk en ontwikkeling te stellen en bespreek ze met hen.
Ook is het belangrijk dat je medewerkers niet in een sleur blijven hangen. In ‘de Gelderlander’ adviseert gz-psycholoog en organisatieadviseur Ulrika Leons om te zorgen voor variatie en blokken van focustaken af te wisselen met blokken waarin medewerkers to-do-taken afhandelen. Daarnaast doen ze er goed aan waar mogelijk voor afwisseling in hun fysieke omgeving te zorgen. Dat kan bijvoorbeeld door wandelend te overleggen als dat kan of door een telefoongesprek staande te voeren met het raam open of in een andere ruimte. Wijs je medewerkers op het belang hiervan.
Daarnaast kunnen medewerkers gedemotiveerd raken als ze zich zoals nu minder met elkaar verbonden voelen. Steeds video vergaderen is geen oplossing. Gort raadt aan dat medewerkers teamcoachingsoefeningen met collega’s doen of een intervisiegroep oprichten. Dan behandelen ze steeds een werkelijke of fictieve casus door te brainstormen. Schenk aandacht aan dit soort oplossingen en zorg dat medewerkers ook op andere manieren contact hebben dan via Zoommeetings of overleg in Teams.
Gort adviseert verder dat medewerkers het werken boeiend kunnen houden door regelmatig wat spannends te doen. Dat kunnen nieuwe of uitdagende werkzaamheden zijn of het aan de orde stellen van zaken die ze eerder niet durfden te benoemen. Als werkgever doe je er goed aan je medewerkers op de voordelen hiervan te wijzen en ze er de ruimte voor te bieden.
Bronnen: Rendement, de Gelderlander, de Volkskrant