Innovatie lijkt soms wel hét toverwoord binnen organisaties. We ‘moeten’ er allemaal iets mee, anders blijven we achter en dat kan niet. Maar innovatie onderbrengen in een afdeling is volgens Menno Lanting, auteur van tal van boeken over het thema, nou juist niét de bedoeling. Hij deelt zijn lessen om écht te innoveren.
We horen het overal: er komt een nieuw tijdperk aan. We moeten op een andere manier werken en technologie en informatie krijgen een grotere rol. Maar ondertussen zien veel organisaties er nog grotendeels hetzelfde uit als pakweg 20 jaar geleden. Qua structuur althans. En daarin zit volgens Lanting de echte innovatie: in ándere manieren van werken.
Lanting bezocht tal van innovatieve bedrijven en zag: “Het zit ‘m vaak niet in de technologie. Sterker nog, dat laten dit soort organisaties vaak aan anderen over.” Volgens Lanting is het dan ook zo dat de meeste kennis niet binnen je organisatie te vinden is, maar erbuiten. Op dat gebied kun je dus niet meer het verschil maken. “Neem onderwijsinstellingen. Tijdens de periode van thuisonderwijs vonden veel leerlingen de beste filmpjes en colleges gewoon via Youtube. Logisch ook, op dat vlak ga je het niet winnen van een briljante TEDtalk. Maar door als organisatie te innoveren en te kijken naar je rol, kun je relevant blijven.” Onderwijsinstellingen blijven bijvoorbeeld belangrijk voor het sociale aspect: studenten kunnen hier samen aan projecten werken of krijgen coaching.
Bedrijven die innovatieve koplopers zijn, veranderen dus hun organisatie. Er heerst een bepaalde vibe. “Waar ‘m dat in zit, is soms moeilijk te benoemen. Maar je ervaart het als je er rondloopt.” Die innovatieve manier van denken moet overal binnen de organisatie voelbaar zijn. Elke afdeling moet met een goed idee kunnen komen. “Het ergste wat je kunt doen is innovatie onderbrengen in een afdeling. Zo van: dan hebben we er niet zoveel last van. De beste ideeën komen soms uit onverwachte hoeken, de winst zit ‘m in plekken waar je het niet had verwacht. Maar dan moet je de vraag wel aan iedereen durven te stellen. En dat is best spannend, want misschien komen medewerkers wel met een oplossing waar je niet op zit te wachten.”
Innovatie betekent dat je jezelf vragen durft te stellen, die andere organisaties niet stellen. Een voorbeeld: Coolblue. “Andere witgoedbedrijven vragen zich af: wat voor wasmachine willen mensen? Maar Coolblue ging met klanten zitten en praten over hoe ze hun dag invullen. Ze kwamen erachter hoe irritant mensen het vinden om de hele dag te wachten op een droger die niet komt. En als de bezorger dan ook nog chagrijnig is, dan is je dag verpest. Daarom levert Coolblue zo snel, tillen ze je spullen naar boven en zijn het altijd vriendelijke medewerkers. Ze stelden de juiste vragen! Het gaat er niet om wat je dénkt aan te bieden, het zit in een laag daaronder. De vraag achter de vraag.”
De juiste vragen stellen en daarna handelen klinkt misschien eenvoudig, maar dat is het niet benadrukt de auteur. “Als je als organisatie wil innoveren, dan krijg je per definitie te maken met weerstand. 70 procent van je mensen krijgt er rode vlekken van in de nek. Als je geen tegenwerking krijgt, ben je niet aan het innoveren, maar aan het optimaliseren.”