Iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik nogal een Bourgondische instelling heb. Lekker eten en drinken, bij voorkeur samen met leuke mensen, vind ik het mooiste wat er is. Deze voorliefde zie je terug op ons hoofdkantoor en onze locaties: goede versgemalen koffie en een brasserie die als kloppend hart van onze organisatie fungeert. Voor mijn gevoel is dit geen overbodige luxe: ik denk namelijk dat de functie en inrichting van organisaties sterk aan het veranderen is.
Waar je ‘vroeger’ naar kantoor ging om je werk te doen, bij voorkeur van 08.30 tot 17.00 uur, is dit inmiddels niet meer nodig. Onze collega’s hebben ‘gewoon’ vanuit huis, op een veilige en makkelijke manier, online toegang tot alle systemen, documenten en data. En niet alleen thuis, maar ook in de trein, het park of op het strand. Door de introductie van slimme ‘telefooncentrales’, die chat, mail, voice en beeld integreren, weet ik eigenlijk helemaal niet meer waar mijn collega is als ik hem aan de lijn krijg.
Tenminste, als het gesprek niet wordt ondersteund door beeld, want dan is het natuurlijk snel duidelijk dat mijn collega niet op kantoor is, maar lekker achter de computer zit in zijn of haar zonnige tuintje. Als ik eerlijk ben maakt me dat ook helemaal niet zoveel uit. Ik vertrouw erop dat onze mensen prima in staat zijn om verantwoorde keuzes te maken over de wijze waarop ze hun werk het beste kunnen uitvoeren. Als er maar aan één voorwaarde wordt voldaan: de klant moet er beter van worden. Want daar draait het uiteindelijk om.
Ook die klant is sterk aan het veranderen. Vrijwel dagelijks ervaren wij dat wij als bedrijf steeds meer dienen te opereren als zowel een zakelijke dienstverlener als een ‘retailorganisatie’. Hoewel onze fysieke openingstijden op dit moment nog vrij behoudend zijn ingericht, zijn veel van onze collega’s dagelijks aan de slag tussen 07.00 en 22.00 uur, 6-7 dagen in de week. Om ervoor te zorgen dat op maandagochtend de juiste leraar voor de klas staat, om die perfecte kandidaat op donderdagavond online of offline persoonlijk te kunnen ontmoeten, om de servers te updaten of om tot ’s avonds laat voorbereidingen te treffen voor een evenement.
Waarom zou je eigenlijk nog investeren in dure gebouwen en verse koffie voor collega’s, als organisaties steeds flexibeler worden ingericht? Waarom niet gewoon thuis voor iedereen een mooie werkplek faciliteren om het werk te doen op de tijden die de klant en de medewerker het prettigst vinden? Het antwoord daarop is in mijn ogen vrij simpel: mensen zijn sociale dieren en willen ergens bij horen. Voor mijn gevoel is de belangrijkste reden voor mensen om iedere dag weer, wind, volle treinen en files te trotseren, om te gaan werken in een gebouw dan ook niet het werk zelf, maar de mensen met wie en voor wie gewerkt wordt. Niet voor niets worden in vrijwel ieder medewerkerstevredenheidsonderzoek de collega’s en de klanten gezien als belangrijkste motivatoren in het werk.
Een moderne organisatie heeft volgens mij inmiddels dezelfde functie als een ouderwetse waterput in Afrika: je gaat erheen om ervoor te zorgen dat je in je basisbehoeften kunt voorzien (werk=water), maar de weg ernaar toe betaalt zich in ruime mate uit, doordat je bij die waterput onderdeel uitmaakt van een waardevol sociaal netwerk. Het is een onmisbare ontmoetingsplek, waar je bijpraat, ideeën uitwisselt en samen bent met je eigen stamleden, maar ook kennis maakt met andere mensen. Dus neem de volgende keer dat u na een lange reis gehaast aankomt op uw werk, even 5 minuten de tijd om bij de waterput 2.0, c.q. de koffieautomaat, even bij te praten met een collega van een andere afdeling. Da’s immers ook een integraal onderdeel van uw werk. Ik ben ervan overtuigd dat u, uw werk en uw organisatie er beter van worden, zowel persoonlijk als professioneel! En als dat niet het geval is, dan heeft u in ieder geval een lekker bakkie koffie op voordat u aan de slag gaat.