Het onderzoeksrapport ‘Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers – editie 2’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) gaat in op de ontwikkelingen in het personeelsbeleid in de periode 2007-2008 – 2017-2018. Het rapport is gebaseerd op het arbeidsvraagpanel, een onderzoek onder zo’n 2000 werkgevers. De belangrijkste conclusie is dat veel werkgevers een inclusieve arbeidsmarkt en duurzame inzetbaarheid hun verantwoordelijkheid vinden, maar niet altijd maatregelen nemen.
Vanwege de gunstige economie hebben werkgevers volgens het SCP weer meer aandacht voor duurzame inzetbaarheid. Het planbureau concludeert echter dat er nog winst mogelijk is op het gebied van de inclusieve arbeidsmarkt en scholing. Werkgevers voelen zich vaak wel verantwoordelijk voor duurzame inzetbaarheid en een inclusieve arbeidsmarkt. Ze nemen echter niet altijd concrete maatregelen of ze vinden dat het een taak is van de overheid. De goede economie levert ook knelpunten op. Voor werkgevers is daarbij naast het aantrekken van nieuw personeel het beheersen van de werkdruk het grootste probleem. Rond 60 procent van hen vindt dit knelpunten in het personeelsbeleid.
De meeste werkgevers voelen zich verantwoordelijk voor ondersteuning van de combinatie arbeid en zorg. Het percentage dat de verantwoordelijkheid voelt stijgt licht van 77 naar 81 procent in de periode 2011-2017. Tegen de helft van de respondenten heeft thuiswerkers. Dit aandeel groeide sterk in de periode 2003-2011 van 19 naar 45 procent. Daarna bleef het echter constant. Hierbij is thuiswerken of deeltijdwerk niet in alle werksituaties mogelijk en verschilt dit tussen sectoren. De sectoren overheid en zakelijke dienstverlening maken het het meest mogelijk om thuis te werken en zelf begin- en eindtijden te bepalen. De mogelijkheid tot deeltijdwerk hangt af van het functieniveau. Van de werkgevers is namelijk bijna 40 procent niet positief over deeltijdwerk op alle functieniveaus. Verder blijft het percentage vrouwelijke leidinggevenden achter. Gemiddeld is bijna de helft (47 procent) van het personeelsbestand vrouw. Het aandeel vrouwelijke leidinggevenden is echter maar ongeveer een derde (31 procent).
Het aantrekken van mensen met een arbeidsbeperking staat bij werkgevers nog niet hoog op de agenda. In de jaren 2015-2016 en 2017-2018 was het aandeel werkgevers voor wie dat een (tamelijk) hoge prioriteit had zo’n 14 procent. Dat was in de periode daarvoor met ruim 9 procent iets lager. Twee derde van de werkgevers is (enigszins) bereid om mensen met een arbeidsbeperking een baan aan te bieden. Dit zegt nog niet dat zij voor deze mensen ook voor werk zorgen. Een beperkt percentage van 11 procent van de werkgevers denkt in de komende twee jaar (meer) arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Deze verhoudingen liggen gelijk met die in de periode 2015-2016.
Een constant blijvend percentage tussen de 70 en 80 procent van de werkgevers heeft werknemers die een cursus of opleiding volgen. Volgens meer dan de helft van de werkgevers veranderen de kennis en vaardigheden die werknemers nodig hebben snel. Een minderheid van een zesde meent dat werknemers te weinig zijn voorbereid op de eisen die het werk tegenwoordig stelt. Verder kiezen werkgevers volgens het SCP ook voor alternatieve leervormen, zoals taakroulatie. De meningen verschillen over wie verantwoordelijk is voor scholing van werknemers. Een op de vijf werkgevers vindt dat werknemers werkgerelateerde opleidingen en cursussen zoveel mogelijk buiten hun werkuren moeten volgen. Daarnaast wil een meerderheid (60 procent) dat de overheid meer investeert in scholing en training. Deze wens staat zelfs in de top drie van meest door werkgevers gewenste veranderingen qua overheidsbeleid.
Volgens de meeste werkgevers functioneren 55-plussers even goed (of beter) als jongere werknemers. Ruim een vijfde meent wel dat de 55-plussers minder productief zijn dan hun loonkosten rechtvaardigen. Op HR-gebied zijn er steeds minder ontlastende maatregelen zoals korter werken. Tegelijk blijft de toepassing van ontwikkelmaatregelen (zoals scholing) constant. Daarnaast neemt het aantal regelingen voor vervroegd uittreden steeds verder af.
Bron: SCP