Artikel
31 jan '17
31 januari '17
3 min

Wetswijzigingen met financiële gevolgen voor werkgevers in 2017

Willis Towers Watson heeft een overzicht gemaakt van zes voor werkgevers en werknemers belangrijkste wetswijzigingen per 1 januari 2017. Deze veranderingen betreffen met name de zogeheten no-riskpolis en het eigenrisicodragerschap voor ziekte en arbeidsongeschiktheid.

1. Lage-inkomensvoordeel

Vanaf 1 januari kunnen werkgevers profiteren van het lage-inkomensvoordeel (LIV). Zij hebben recht op een verlaging van de loonkosten voor werknemers die tussen de 100 en 125 procent van het minimumloon verdienen en jaarlijks minimaal 1248 uur werken. Dit maakt het aantrekkelijker om bijvoorbeeld langdurig werklozen of mensen met een arbeidsbeperking aan te trekken. Het LIV kan oplopen tot jaarlijks 2000 euro per werknemer.

2. No-riskpolis voor onbepaalde tijd

Als werkgevers een arbeidsgehandicapte werknemer in dienst nemen, kunnen ze aanspraak maken op een no-riskpolis. Met zo’n no-risk polis ontvangt de werkgever van UWV een vergoeding (een ‘ziektewetuitkering’ van 70 tot 100 procent van het dagloon) voor de loonkosten van een zieke arbeidsgehandicapte werknemer. Per 1 januari 2017 is deze voor onbepaalde tijd geldig. Dat was eerder voor vijf jaar het geval. Met een no-riskpolis hoeft de werkgever geen loon door te betalen als een arbeidsgehandicapte werknemer ziek is.

3. Tijdelijke verlaging leeftijd no-riskpolis

De leeftijd van de no-riskpolis gaat tijdelijk naar beneden naar 56 jaar. Dit moet de kansen van vijftigplussers op de arbeidsmarkt vergroten. Eerder moest de werknemer geboren zijn voor 8 juli 1954.

4. Vervroegde aanspraak op ziekengeld

Per 1 januari kunnen werkgevers met terugwerkende kracht aanspraak maken op ziekengeld vanuit de no-riskpolis. Dit moet het in dienst nemen stimuleren van ‘vangnetters’ (mensen die geen werkgever (meer) hebben en die aanspraak maken of hebben gemaakt op ziekengeld). Deze wijziging betreft ook de zogenaamde 35-minners (mensen die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn). Het gaat daarbij om de situatie waarbij de vangnetters worden aangenomen en voor minimaal 52 weken aansluitend arbeidsongeschikt raken tijdens de eerste vijf jaar van het dienstverband. Het betreft een experiment dat loopt tot 1 januari 2022.

5. Wet verbetering hybride markt WGA

Tot 2017 betaalden (middel)grote werkgevers die teruggingen vanuit een private verzekering naar het publieke verzekeringsstelsel voor arbeidsongeschiktheid (WGA) minstens vier jaar een minimumpremie. Sinds 1 januari dragen deze werkgevers een premie af die is gebaseerd op hun eigen historische WGA-lasten (ongeacht of deze ontstaan zijn toen de werkgever eigenrisicodrager was of verzekerd was bij UWV). Werkgevers die al voor 1 juli 2015 teruggingen van privaat naar publiek vallen nog onder de oude regeling.

6. Ook sanctie voor eigenrisicodrager Ziektewet

Dient een medewerker in dienst een WIA-aanvraag te laat in, dan loopt de werkgever het risico op een loondoorbetaling van maximaal 104 weken. Tot nu toe had het geen gevolgen als een ex-medewerker van een eigenrisicodrager Ziektewet een WIA-aanvraag te laat indiende. Dit is veranderd per 1 januari. Ook voor de eigenrisicodrager Ziektewet is er nu een risico op verlenging van de loondoorbetaling als de medewerker de WIA-aanvraag te laat indient.

Niet bekend met sociale verzekeringsregelingen

Uit onderzoek van Willis Towers Watson blijkt dat ruim 36 procent van de Nederlandse werkgevers niet weet voor welke sociale verzekeringsregelingen (SV-regelingen) hun medewerkers in aanmerking komen. Daarnaast ontdekt 46 procent van de ondervraagde werkgevers pas achteraf bepaalde regelingen te hebben gemist.

Bronnen: PW De Gids, Willis Towers Watson, UWV, Rijksoverheid.nl