Artikel
15 mei '15
15 mei '15
2 min

WW’ers komen het gemakkelijkst aan het werk in de uitzendbranche

Door de economische crisis groeide de WW-instroom sterk in de periode 2008-2014. Veel van deze WW'ers vonden weer werk in de flexibele schil. Met name uitzendwerk betekende goede kansen om werk te vinden. Dit blijkt uit het rapport ‘Flexwerk na de WW’ van UWV.

WW’ers vinden volgens UWV niet vaak meteen een vaste baan, maar ze vinden wel werk in de flexibele schil. Met name uitzendwerk geeft goede kansen om werk te vinden. Uitzendwerk leidt wel tot een grotere kans op herhalingswerkloosheid dan bij werkhervatting in een vaste baan. Voor degenen met een tijdelijk contract na de WW is de kans op herhalingswerkloosheid echter slechts iets groter. De invloed van het type contract is volgens UWV niet opvallend. Bij uitzendwerk horen namelijk veel baanwisselingen en (kortdurende) werkloosheid.

Werkhervatting vanuit de WW

Het aandeel WW’ers dat vanuit de WW aan de slag gaat met een tijdelijk contract is toegenomen van 42 procent (2008) naar 49 procent (2013). Het percentage WW’ers dat vanuit de WW gaat werken als uitzendkracht bleef volgens UWV vrijwel stabiel op ongeveer 35 procent. In de periode 2008-2013 zakte het aandeel mensen dat direct vanuit de WW een vaste baan vindt van 21 procent naar 16 procent.

Grootste kans op werk voor uitzendkrachten

Uit het rapport blijkt ook dat mensen die vanuit een flexcontract in de WW terechtkomen, een grotere kans hebben om weer werk te vinden dan degenen die een vaste baan hadden. De kans op werk vanuit de WW is met 76 procent het grootste voor degenen die vanuit een uitzendcontract in de WW kwamen. Voor het grootste deel (56 procentpunten) gaat het weer om een uitzendcontract.  Voor mensen die in vaste dienst waren voordat ze een beroep deden op de WW, is die kans 63 procent.

Herhalingswerkloosheid

Bijna één op de vier instromende WW’ers is een herhalingswerkloze. De afgelopen vier jaar stroomden jaarlijks gemiddeld 115.000 herhalingswerklozen de WW in. Van 2001 tot en met 2014 schommelde het aandeel herhalingswerklozen in de WW-instroom rond 23 procent. Dit betekent dat het groeiende aandeel flexwerkers in de beroepsbevolking niet leidde tot een trendmatige groei van de herhalingswerkloosheid.

De conjunctuur speelt wel een rol, hoewel anders dan verwacht. Tijdens een recessie is er een lager percentage herhalingswerklozen. Bij een aantrekkende conjunctuur neemt dat percentage weer toe. Dit heeft als reden dat bij een recessie relatief veel werklozen in de WW komen die niet eerder werkloos waren.

Bron: UWV, rapport ‘Flexwerk na de WW’