Onze wereld wordt steeds dynamischer. Door onder andere de toenemende digitalisering - in alle mogelijke vormen - gaan zaken sneller en veranderen ze sneller dan ooit tevoren. Om hier adequaat op te kunnen reageren is flexibiliteit vereist. Dat betekent flexibel omgaan met de momenten waarop wordt gewerkt en de locaties van waaruit we dat doen. Maar het betekent ook flexibiliteit in onze arbeidsrelaties. Wij gingen in gesprek met Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt aan Tilburg University, en vroegen hem hoe hij aankijkt tegen flexibiliteit in de toekomst.
Op dit moment werkt één derde van de beroepsbevolking en 60% van de jongeren flexibel. Daarnaast telt Nederland in 2020 ongeveer 1 miljoen zzp’ers. Deze cijfers laten zien dat we niet meer om flexibilisering heen kunnen. Ton Wilthagen: “Maar als ik kijk naar de toekomst, is er in de manier waarop we met flexibilisering omgaan nog wel veel winst te behalen. Mijn werk is er op gericht om voldoende faciliteiten en zekerheden voor mensen te creëren, zodat zij mee kunnen met deze veranderingen.”
Ton Wilthagen ziet de ontwikkeling van mensen als de sleutel tot flexibilisering. Hierin zit meer zekerheid dan in een vast contract of wat dan ook. Flexibilisering draait om aantrekkelijk blijven voor de arbeidsmarkt. In de publieke sector zie je een verbijzondering in het flexibiliserings-vraagstuk. Vanwege de bezuinigingen worden er zowel binnen de overheid, het onderwijs als de zorg maar weinig mensen aangenomen. De overheid bevindt zich daardoor in een spagaat: het beleid gaat voor vast, maar in de realiteit is flex noodzaak. Binnen de sectoren onderwijs en zorg is flexibiliteit, vanwege financiële onzekerheid, op dit moment een vereiste. Maar ook die sectoren zullen de komende jaren gaan groeien en dan wordt het goed organiseren van flexibiliteit pas echt belangrijk. Ton Wilthagen: “Om in de toekomst ambitieuze (jonge) medewerkers binnen te halen, heb je een goed flexibiliteitsbeleid nodig. Zorg ervoor dat je geen arbeidsovereenkomst, maar een arbeidsmarktovereenkomst te bieden hebt. Als je gaat werken in de publieke sector, dan moet je als werknemer weten dat – wanneer er tijdelijk geen werk meer is – je wordt geholpen om elders heen te gaan. Dat is het beste aanbod dat je als organisatie in de toekomst kunt doen.”
Ton Wilthagen adviseert alle HRM’ers om de muren tussen de eigen sector en de (commerciële) markt af te breken. “Iedereen die zich nu vooral richt op de eigen organisatie en interne arbeidsmarkt, raad ik aan om zich tot een arbeidsmarktmanager te transformeren. Verbind de interne- met de externe arbeidsmarkt om goede mensen aan te trekken, maar ook om mensen de stap naar buiten de eigen organisatie te laten maken.” We moeten af van de instelling om niet op te willen leiden voor de concurrent, want hiermee krijgen we niet de mobiliteit en flexibiliteit die nodig is. Zorg voor (door)ontwikkeling van medewerkers en ondersteun ze, maar baken dit niet af tot de eigen organisatie. Ton Wilthagen: “Hoewel het systeem nog niet zo is georganiseerd, kan HRM alvast klein beginnen. Stel modernisering niet uit, maar kijk vooruit!”
Prof. dr. Ton Wilthagen is hoogleraar Institutionele en juridische aspecten van de arbeidsmarkt aan Tilburg University. Daarnaast is hij vicedecaan Onderzoek bij de Tilburg Law School en gasthoogleraar aan de KU Leuven en voorzitter van de Europese Taskforce Jeugdwerkgelegenheid. Vanwege zijn verdiensten op het gebied van onderzoek over toekomstbestendig arbeidsmarktbeleid staat hij in Europa bekend als ‘Mr. Flexicurity’.